wg, o en lv

 Grammatica
les 2
Het lijdend voorwerp
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Grammatica
les 2
Het lijdend voorwerp

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog
van de pv?

Slide 2 - Woordweb

Wat weet je nog
van het
werkwoordelijk gezegde?

Slide 3 - Woordweb

Wat weet je nog
van het onderwerp?

Slide 4 - Woordweb

Wat weet je al
van het lijdend voorwerp?

Slide 5 - Woordweb

Het lijdend voorwerp
wie/wat + wwg + onderwerp = lijdend voorwerp. 
Wie of wat
+
wwg
+
lijdend voorwerp
onderwerp
=

Slide 6 - Tekstslide

Het lijdend voorwerp is altijd
A
actief (doet iets)
B
niet actief (doet niets)

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?

Klas C1th leert het lijdend voorwerp vinden.
A
Klas 1d
B
leert
C
het lijdend voorwerp
D
vinden

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?

Ik kan nu het lijdend voorwerp uit een zin halen.
A
Ik
B
kan
C
het lijdend voorwerp
D
uit een zin

Slide 9 - Quizvraag

Een lijdend voorwerp ...
A
... kan met een voorzetsel beginnen.
B
... begint nooit met een voorzetsel.

Slide 10 - Quizvraag

Hoe vind je het lijdend voorwerp?

Het lijdend voorwerp is het antwoord op de vraag:

A
Wie/wat + wg?
B
Wie/wat + pv?
C
Wie/wat + onderwerp?
D
Wie /wat + wg + onderwerp?

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
.
Het lijdend voorwerp
De handbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op Facebook.

Slide 12 - Sleepvraag

lijdend voorwerp
Klas 2kb
het huiswerk.
maakt
altijd

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
een serie 

Slide 14 - Sleepvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 15 - Sleepvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een film

Slide 16 - Sleepvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 17 - Sleepvraag

Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.
Lijdend voorwerp =
A
Er is geen lijdend voorwerp
B
Thomas
C
Marieke
D
bloemen

Slide 18 - Quizvraag

Lijdend voorwerp
Mag ik jouw rekenmachine lenen ?
A
Mag lenen
B
ik
C
jouw rekenmachine
D
Er is geen lijdend voorwerp

Slide 19 - Quizvraag

Ze gaat naar de bioscoop met haar vriendin.
A
Ze
B
naar de bioscoop
C
met haar vriendin
D
Er is geen lijdend voorwerp

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
Wij
hebben
vanavond
een serie 

Slide 21 - Sleepvraag

Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Ik zie haar.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je aan je ouders geschreven?
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp

Slide 22 - Sleepvraag

Jorrit
wil
vanavond
een pizza
bestellen.
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Overig zinsdeel

Slide 23 - Sleepvraag

Wat is het lijdend voorwerp?
geboekt.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
een vakantie

Slide 24 - Sleepvraag