1.4: Arm in de Gouden Eeuw

Sleep de eigenschappen!
Oostzeehandel
VOC
WIC
Handel met Amerika
Slavenhandel
Kaapvaart
Handel in specerijen
Hout en graan
Handel met Azië
Plantage producten
Scandinavië en Rusland
1 / 15
volgende
Slide 1: Sleepvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Sleep de eigenschappen!
Oostzeehandel
VOC
WIC
Handel met Amerika
Slavenhandel
Kaapvaart
Handel in specerijen
Hout en graan
Handel met Azië
Plantage producten
Scandinavië en Rusland

Slide 1 - Sleepvraag

Sleep de eigenschappen!
Stadhouder
Raadspensionaris
Gewestelijke staten
Staten-Generaal
Voorzitter Staten-Generaal
Regenten van één gewest komen samen
Algemene vergadering van alle gewesten
Aanvoerder van het leger
Vind handel erg belangrijk
Neemt alleen besluiten over buitenlands beleid
Besluit over wetten, straffen en belastingen

Slide 2 - Sleepvraag

Wat gebeurde er met de handel van Amsterdam na de afsluiting van de Schelde?
A
Andere steden namen de handel van Amsterdam over.
B
De handel van Amsterdam stortte in.
C
De handel van Amsterdam bloeide op.
D
Amsterdam verloor zijn handelsmonopolie.

Slide 3 - Quizvraag

1.4: Arm in de Gouden Eeuw

Leerdoelen:
1D: Hoe ging men in de Gouden Eeuw om met armoede?

Foto: Schilderij van Albert Anker, waarop soep wordt uitgedeeld aan de armen.

Slide 4 - Tekstslide

Samenleving
  • Regenten
  • Welgestelden / mensen met goede banen
  • Ambachtslieden, winkeliers
  • Dagloners, geen vast werk, bijv. sjouwers in de haven

Slide 5 - Tekstslide

Armoede
  • Veel mensen verdienden nét genoeg om in leven te blijven
  • Elke tegenslag zorgde direct voor problemen
  • Hulp vanuit overheid, die bang is voor onrust en rellen

Slide 6 - Tekstslide

Armenzorg
  • Geen inkomen? Afhankelijk van gunsten
  • Kerk, gilden, organisaties opgericht door rijke burgers, stadsoverheid

Slide 7 - Tekstslide

Tucht bijbrengen
  • Wilde je meer? Stelen of bedelen
  • Kwamen vaak in tuchthuizen terecht, zoals rasphuis
  • Straf én bijbrengen eerlijkheid en ijver

Slide 8 - Tekstslide

Noem een overeenkomst en een verschil met hoe er met armoede werd omgegaan; toen en nu.

Slide 9 - Open vraag

Ondanks dat de regenten heel rijk werden, was er ook veel armoede. Hoe kan dit?

Slide 10 - Open vraag

Noem een belangrijke reden waarom regenten aan armenzorg deden.

Slide 11 - Open vraag

Leg uit dat de graanoogsten in het Oostzeegebied grote invloed hadden op armoede in de Republiek.

Slide 12 - Open vraag

Bekijk de afbeelding. Waarom zouden regenten zulke schilderijen laten maken?

Slide 13 - Open vraag

Waarom hadden dagloners een groot risico om in de armoede te vervallen?
A
Veel spaargeld en goede gezondheid.
B
Grote sociale steun en stabiele economie.
C
Laag inkomen en onregelmatige werkgelegenheid.
D
Vaste baan en hoog salaris.

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het bijbrengen van tucht?
A
Het aanmoedigen van wangedrag en ongehoorzaamheid.
B
Het negeren van regels en afspraken.
C
Het ontwikkelen van ongecontroleerd gedrag.
D
Het aanleren van discipline en zelfbeheersing.

Slide 15 - Quizvraag