Richt je niet op je medestanders, maar op het publiek. Als je wilt overtuigen, bedenk je dan altijd op wie jij je moet richten. Stem je boodschap af op degene die je wil overtuigen. Redeneer dus niet vanuit het eigenbelang (“Ik, Marco Borsato, wil nog een CD uitbrengen”), maar vanuit het belang van de jury (“Ik wil jullie opvrolijken met een aantal nieuwe, leuke liedjes!”).
Slide 7 - Tekstslide
Ronde 1:
- Iedere vrijwilliger is 1 minuut aan het woord om het publiek te overtuigen waarom hij/zij in de luchtballon moet blijven.
Tijd: 1 minuut per persoon (totaal 5 minuten)
timer
1:00
Slide 8 - Tekstslide
Ronde 2
Elke ballonvaarder moet dit keer een speech houden over waarom de andere twee beslist niet in de ballon mogen blijven zitten – waarom zij misbaar zijn! Sluit af met applaus voor de winnaar van het ballondebat! (1 minuut per persoon)
timer
1:00
Slide 9 - Tekstslide
Volgende ronde!
- Vijf vrijwilligers
De ballonvaarders vertegenwoordigen nu een voorwerp. Denk aan keukengerei of gereedschap. Waarom moet jij met jouw gereedschap in de ballon blijven?
Slide 10 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van de les kun je uitleggen hoe je iemand kunt overtuigen
Slide 11 - Tekstslide
Welkom!
10 min. lezen in stilte
timer
10:00
Slide 12 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
- Terugblikken vorige les
- Lesdoel
- Uitleg opbouw betoog
- Oefening betoog schrijven
- Lesdoel controleren
Slide 13 - Tekstslide
Terugblik
Wat is het belangrijkste als je iemand wil overtuigen? Denk terug aan gisteren.
Slide 14 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van de les weet je hoe je een betoog kunt schrijven.
Slide 15 - Tekstslide
Betoog
Standpunt
Argumenten
Publiek
Slide 16 - Tekstslide
Opbouw betoog (1)
Neem over in je schrift:
1.Titel - pakkende titel
2. Inleiding:
A. onderwerp introduceren en aandacht van de lezer trekken
B. - opstap naar de kern: formuleer stelling
Slide 17 - Tekstslide
Opbouw betoog (2)
3. Kern - noem argumenten die bij je stelling passen (bij elk hoofdargument een nieuwe alinea). Bedenk ook mogelijke tegenargumenten en probeer die te ontkrachten in je betoog.
4.Conclusie: herhaal je stelling met de belangrijkste argumenten
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag
Lees de opdracht goed door.
Denk aan de opzet van een betoog. Gebruik argumenten.
Je betoog bestaat uit ongeveer 300 woorden.
Schrijf een betoog voor het schoolbestuur. Dit jaar kan het schoolfeest niet doorgaan door het coronavirus, maar jij hebt een idee hoe het wel zou kunnen: coronaproof.
timer
30:00
Slide 19 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van de les weet je hoe je een betoog kunt schrijven.
Lesduur is: 60 min
