- Leerlingen leren over kenmerken en eigenschappen van dieren in de nationale parken en de eigen omgeving
- Leerlingen leren hoe planten en dieren zich voortplanten
- Leerlingen leren hoe ze zelf erop uit kunnen gaan met respect voor de natuur
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 4,5
In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Doel van de les
- Leerlingen leren over kenmerken en eigenschappen van dieren in de nationale parken en de eigen omgeving
- Leerlingen leren hoe planten en dieren zich voortplanten
- Leerlingen leren hoe ze zelf erop uit kunnen gaan met respect voor de natuur
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
- Leerlingen leren over de waarde, kenmerken en noodzaak van de nationale parken
- Leerlingen leren de begrippen flora en fauna
- Leerlingen leren over kenmerken en eigenschappen van planten in de nationale parken en de eigen omgeving
Slide 2 - Tekstslide
Flora en fauna in parken
Twintig mooie natuurgebieden zijn in Nederland een nationaal park.
Bekijk de volgende fotoshow van deze parken maar eens.
Slide 3 - Tekstslide
kids.nationaalpark.nl
Slide 4 - Link
De natuur beschermen
Mensen nemen steeds meer plek in.
Daardoor wordt de ruimte voor planten en dieren kleiner.
Als we niks doen verdwijnt er veel bijzondere natuur.
Slide 5 - Tekstslide
De natuur beschermen
Daarom worden planten en dieren in nationale parken beschermd.
Zo kunnen mensen later ook genieten van prachtige natuur.
Slide 6 - Tekstslide
Planten en dieren in de parken
In deze les leer je over planten en dieren in de verschillende nationale parken.
Kijk naar het filmpje.
Let goed op: welke dieren herken je?
Slide 7 - Tekstslide
kids.nationaalpark.nl
Slide 8 - Link
Welke dieren heb je allemaal gezien?
Slide 9 - Woordweb
Flora en fauna
Er is veel mooie natuur in Nederland.
Al het leven in de natuur is op te delen in flora en fauna.
Slide 10 - Tekstslide
Flora
Onder flora vallen alle planten, zoals bloemen, gras, struiken en bomen.
Slide 11 - Tekstslide
Fauna
Onder fauna vallen alle dieren.
Groot en klein, dus ook insecten.
Slide 12 - Tekstslide
Je komt zelf vast wel eens in de natuur. Welke flora en fauna zie je dan?
Slide 13 - Woordweb
Flora
Delen van een plant
Planten hebben geen kop en poten.
Ze hebben andere delen.
Daarover gaat dit onderdeel.
Slide 14 - Tekstslide
Flora
Delen van een plant
De stengel van een plant is stevig en brengt water van de wortel omhoog naar de bladeren.
Bij een boom is de stengel van hout: de stam.
Slide 15 - Tekstslide
Flora
Delen van een plant
Met de wortels zit een plant vast in de grond.
Hiermee haalt de plant water en mineralen uit de grond.
Slide 16 - Tekstslide
Flora
Delen van een plant
Bladeren zijn er in verschillende soorten en maten.
Met het blad vangt een plant licht op.
Slide 17 - Tekstslide
Flora
Delen van een plant
Met de bloemen en de vruchten planten ze zich voort.
Slide 18 - Tekstslide
Welk deel van de plant is het?
Slide 19 - Open vraag
Welk deel van de plant is het?
Slide 20 - Open vraag
Welk deel van de plant is het?
Slide 21 - Open vraag
Welk deel van de plant is het?
Slide 22 - Open vraag
Flora: Bijzondere planten
In de nationale parken leven veel mooie planten.
Je leert nu een aantal verschillende soorten.
Slide 23 - Tekstslide
Flora: Blauwe zeedistel
De blauwe zeedistel heeft stekelige bladen om zich te beschermen tegen dieren.
Slide 24 - Tekstslide
Waar groeit de blauwe zeedistel?
A
In de duinen
B
In het park
C
In het bos
D
Op de hei
Slide 25 - Quizvraag
Flora: Witte waterlelie
De witte waterlelie is een waterplant.
De grote ronde bladeren drijven op het water
Slide 26 - Tekstslide
Op de foto zie je twee delen van de plant. Welke delen zitten onder water?
A
De bloemen en de stengel
B
De stengel en de wortel
Slide 27 - Quizvraag
Flora: Gewone eikvaren
Deze eikvaren groeit in bossen, duinen en op zandgrond.
De varen groeit niet alleen op eiken, maar ook op de grond of op muren.
Slide 28 - Tekstslide
Flora: Helmgras
Helmgras heeft een bijzondere taak in Nederland.
Met lange wortels houdt helmgras het zand van de duinen bij elkaar.
Slide 29 - Tekstslide
Helmgras heeft sprieten, net als gras. Wat is waar?
A
Gras heeft geen bladeren, alleen stengels.
B
Gras heeft wel bladeren, deze zijn lang en dun.
Slide 30 - Quizvraag
Flora: Voortplanting
Alle levende wezens verspreiden zich.
Planten ook.
Slide 31 - Tekstslide
Flora: Bloemen
Bloemen hebben stampers en meeldraden.
Meeldraden maken stuifmeel.
Als het stuifmeel van de ene plant in de stamper van de andere plant komt, wordt hij bevrucht.
Slide 32 - Tekstslide
Flora: Insecten
Planten kunnen niet lopen.
Daarom lokken ze insecten.
Die brengen het stuifmeel van de ene plant naar de andere plant.
Slide 33 - Tekstslide
Flora: Na de bevruchting
Na de bevruchting groeit er een vrucht.
Daarin zit een zaadje.
Soms verspreiden dieren de vrucht.
Slide 34 - Tekstslide
Soms verspreiden dieren de vrucht. Hoe doen ze dat?
Slide 35 - Open vraag
Soms verspreiden dieren de vrucht.
Hoe doen ze dat?
Dieren eten vruchten en poepen de zaadjes ergens anders weer uit.
Dan kan er een nieuwe plant groeien.
Slide 36 - Tekstslide
Flora: Zonder bevruchting
Sommige planten bevruchten zichzelf.
Andere verspreiden zich zonder bevruchting.
Een stukje van de plant groeit dan uit tot nieuwe plant.
Slide 37 - Tekstslide
Flora: Meerdere manieren
Planten verspreiden zich dus op meerdere manieren:
- bevruchting
- zelfbevruchting
- zonder bevruchting
Slide 38 - Tekstslide
Welke plant hoort bij welk landschap?
Slide 39 - Sleepvraag
Evaluatie van de les
Slide 40 - Tekstslide
Zeg in één zin waar deze les over ging.
Slide 41 - Woordweb
Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat:
Schuif je stoel aan
Ruim je spullen op en neem ze mee
Verlaat het lokaal rustig
Slide 42 - Tekstslide
Rondje Nederland
Ruimte voor het bos
(15.00 min)
Door de voortschrijdende verstedelijking komt de natuur steeds verder in het gedrang. Daarom wordt onze overgebleven natuur goed beschermd. Speciaal onze nationale parken.