Onderzoeken van de samenleving

Wat is burgerschap?
 
Hoe onderzoek je de samenleving?
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is burgerschap?
 
Hoe onderzoek je de samenleving?

Slide 1 - Tekstslide

Kernbegrippen
Belangrijke begrippen die bij burgerschap terugkomen:

  • Waarden en Normen
  • Belangen
  • Macht

Slide 2 - Tekstslide

Waarden
  • Waarde: een principe dat je belangrijk vindt in het leven.

  • Bijvoorbeeld: familie, aanzien, vrijheid en gezondheid.

  • Een waarde kun je in één woord omschrijven en klinkt altijd een beetje vaag.

Slide 3 - Tekstslide

Normen
  • Norm: Regel over hoe jij vindt dat mensen zich moeten gedragen.

  • Normen horen altijd bij een waarde: je vindt iets waardevol, dus het is normaal dat deze regel daarbij hoort.

  • Bij de waarde familie hoort bijvoorbeeld de norm dat je voor je ouders zorgt als ze dat zelf niet meer kunnen.

Slide 4 - Tekstslide

  • Bij de waarde respect kan de norm horen dat je mensen niet pest.

  • Sommige normen zijn zo algemeen dat het geschreven regels geworden zijn (wetten).

Slide 5 - Tekstslide

Belang

  • Belang: het voordeel dat je ergens van hebt.

  • Voorbeeld: scholieren belang bij goed onderwijs en autobezitters hebben belang bij minder files.

Slide 6 - Tekstslide

Belangentegenstelling
  • Belangentegenstelling: Het ene belang botst met het ander.

  • Je wilt geen winkeldiefstal, 
  • maar je wilt ook geen klanten wegjagen met teveel bewakingscamera's.

  • Jullie willen graag korter naar school,
  • Ik wil graag veel werken.

Slide 7 - Tekstslide

Macht
  • Macht: de mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden.

  • Hierbij maak je gebruik van machtsmiddelen: middelen waarmee je gedrag van anderen kunt beïnvloeden.
  • De 7 machtsmiddelen zijn: functie/beroep, kennis, aanzien, geweld, aantal, geld en overtuigingskracht.

Slide 8 - Tekstslide

Onderzoek
Bij Burgerschap onderzoek je maatschappelijke problemen (dingen die niet kloppen in de samenleving). 
Er zijn vier kenmerken:

  1. Van invloed op veel mensen
  2. Er zijn verschillende meningen
  3. Krijgt veel aandacht in de media
  4. De politiek moet zich bemoeien met de oplossing

Slide 9 - Tekstslide

Vervolgens ga je kijken naar de verschillende invalshoeken die er zijn om naar je probleem te kijken:

  1. Wie heeft welk belang?
  2. Welke waarden en normen spelen een rol?
  3. Welke macht wordt er gebruikt om het probleem aan te pakken?
  4. Wat is volgens jou de oplossing van het dilemma?

Slide 10 - Tekstslide

Eigen mening
Om goed je eigen mening te kunnen geven zijn drie dingen nodig:

  1. Je moet de feiten kennen. Weet je de feiten niet, is het vaak een vooroordeel
  2. Je moet iets van verschillende kanten bekijken. Anders weet je niet welk advies je moet geven.
  3. Je moet argumenten geven waarom je iets vindt.

Slide 11 - Tekstslide

Analyse-instrumenten
Analyseer het probleem vanuit de verschillende analyse-instrumenten (blijf niet hangen bij de feiten!).

Analyse-instrumenten (4 niveaus):
1. feiten
2. problemen
3. conflicten
4. stabiliteit en verandering

Slide 12 - Tekstslide

Perspectieven (invalshoeken)
Gebruik bij je analyse een invalshoek waarmee je de oorzaken van het maatschappelijk probleem uitlegt. 

1. Verleden – heden – toekomst
2. politiek-juridisch, sociaal-maatschappelijk,
       economisch
3. micro – meso – macro
4. privé – publieke ruimte

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Opdracht "Toenemende mate agressie/bedreiging van mensen met verward gedrag in de publieke ruimte (op straat)". 

Maak in groepjes een analyse van het probleem vanuit een door de docent opgegeven invalshoek

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link