Cultuur - tradities - eten

1 / 30
volgende
Slide 1: Video
NT2Hoger onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Hoe trouwen mensen in jouw land?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zeg je als er iemand trouwt?
A
Gelukkige verjaardag!
B
Proficiat met de baby!
C
Gefeliciteerd!
D
Geniet van je dag!

Slide 3 - Quizvraag

Wat zeg je als er iemand trouwt?
- Proficiat!
- Gefeliciteerd!
- Veel geluk samen!
- Geniet van jullie dag!

In jouw moedertaal?

Slide 4 - Tekstslide

Hebben jullie een traditie als er een baby wordt geboren?

Slide 5 - Tekstslide

Wat zeg je als er iemand is geboren?
A
Gelukkige verjaardag!
B
Smakelijk!
C
Proficiat met jullie baby!
D
Proficiat met jullie huwelijk!

Slide 6 - Quizvraag

Wat zeg je als er een baby is geboren?
- Gefeliciteerd met de baby!
- Proficiat!
- Wat een mooie baby!
- Wat een mooie naam!

Slide 7 - Tekstslide

Is er een speciaal ritueel bij een begrafenis?

Slide 8 - Tekstslide

Wat zeg je als er iemand is gestorven?
A
Sterkte
B
Innige deelneming
C
Smakelijk
D
Gefeliciteerd

Slide 9 - Quizvraag

Wat zeg je als er iemand is gestorven?
- Gecondoleerd.
-Innige deelneming.
- Sterkte.

Slide 10 - Tekstslide

Wat eet je op een speciale dag in je geboorteland?

Slide 11 - Tekstslide

Wat zeg je voor het eten?
A
Sterkte!
B
Smakelijk!
C
schol!
D
Gezondheid!

Slide 12 - Quizvraag

Wat zeg je als je samen eet of samen drinkt?
Drinken:
- Gezondheid!
- Schol!
- Santé!
Eten:
- Smakelijk!
- Geniet ervan!

Slide 13 - Tekstslide

Wat zeg je als je op 1 januari?
A
Gelukkige verjaardag!
B
Gelukkig nieuwjaar!
C
vrolijke kerst!
D
Smakelijk!

Slide 14 - Quizvraag

Wat zeg je als er iemand niest?
A
Hatsjie!
B
Gezondheid!
C
Sterkte!
D
Proficiat!

Slide 15 - Quizvraag

Wat zeg je als je geen koffie wilt?
Wil je koffie?
A
Nee, bedankt.
B
Ja, graag.
C
Nee, sorry.
D
Ja, alstublieft.

Slide 16 - Quizvraag

Wat zeg je als je kind naar een feestje gaat?
A
Sterkte.
B
Veel plezier!
C
Succes.
D
Goed gedaan.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat eet je in België?

Slide 19 - Woordweb

Wat eet je in
jouw geboorteland?

Slide 20 - Woordweb

Brusselse wafels: ingrediënten

Slide 21 - Tekstslide

Brusselse wafels: ingrediënten
•    100 gram bloem
•    3 eieren: dooier en wit apart
•    3 extra eiwitten
•    125 ml volle melk
•    85 gram echte boter, gesmolten
•    6 eetlepels witte suiker (voor tijdens het opkloppen van het eiwit)

Slide 22 - Tekstslide

Brusselse wafels: bereiding
1. Neem een kom en
doe er de eierdooiers en bloem in.
2. Doe de gesmolten boter erbij en meng.
3. Klop in een andere kom de eierdooiers op tot ze stijf zijn. Doe er de suiker bij.
4. Meng het opgeklopte eiwit bij het mengsel.
5. Zet je wafelijzer aan. Wacht tot het wam is.
6. Schep het mengsel in het wafelijzer.
7. Sluit het wafelijzer.
8. Bak tot de wafel gaar is.



Slide 23 - Tekstslide

Wat ga je in het weekend doen?
Ik ga ...
-wandelen met mijn kinderen
-koken: soep maken, koekjes bakken, fruit schillen
-een recept schrijven voor de klas
-een korte tekst lezen in het Nederlands

Slide 24 - Tekstslide

Koken

Slide 25 - Tekstslide

Een recept schrijven
Wat zijn de ingrediënten?
Wat moet ik doen?
Wat zijn de stappen?
Hoe lang duurt het?


Slide 26 - Tekstslide

een korte tekst lezen
Zoek een korte tekst in het Nederlands over koken.
Je kan zoeken in de bibliotheek, op het internet, in een kookboek,...

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Slide 30 - Tekstslide