Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
2T - Kapitel 7 2023
2T - Kapitel 7 Wohnen
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
2T - Kapitel 7 Wohnen
Slide 1 - Tekstslide
Toets
Omschrijf je huis/kamer --> stukje tekst maken
Regelmatige werkwoorden esttentenen invuloefening
Haben en Sein --> invuloefening
Oefenen met opdracht blokboek! Of de babbelkarte!
Slide 2 - Tekstslide
Toets Havo
Müssen en sollen --> invuloefening
Mögen en dürfen en können --> invuloefening
Omschrijf personen aan de hand van kleding(extra lichaamseigenschappen)
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een keuken?
A
eine Küche
B
ein Zimmer
C
ein Flur
D
ein Badezimmer
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent tafel en stoel in het Duits?
A
Stoehl/Tafel
B
Stuhl/Tafel
C
Stühl/Tisch
D
Stuhl/Tisch
Slide 5 - Quizvraag
Wat is 'naar boven' in het Duits?
A
naar boven
B
nach boven
C
nach oben
D
nach obben
Slide 6 - Quizvraag
weiß
grün
lila/violett
gelb
grau
orange
schwarz
braun
blau
rosa
beige
rot
Slide 7 - Sleepvraag
Was ist ein Sofa?
A
een stoel
B
een bank
C
een kast
D
een bankstel
Slide 8 - Quizvraag
Wat is 'kast' in het Duits?
A
der Tisch
B
der Stuhl
C
das Zimmer
D
der Schrank
Slide 9 - Quizvraag
Wie
Wann
Wieviel
Was
Wer
Hoe
Wanneer
Hoeveel
Wat
Wie
Slide 10 - Sleepvraag
Wat betekent slaapkamer en raam in het Duits?
A
Schlafzimmer und Fenster
B
Slafzimmer/Fenster
C
Schlafkammer/Ram
D
Schlafzimmer/Rame
Slide 11 - Quizvraag
Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
weiß
orange
pink
braun
Slide 12 - Sleepvraag
Spielen
Wohnen
Kaufen
Schreiben
Kommen
Machen
Duitse werkwoorden
Slide 13 - Tekstslide
FE-e-st-t-en-t-en-en
ich wohn
du wohn
er/sie/es wohn
wir wohn
ihr wohn
sie wohn
Sie wohn
Wohnen
ich spiel
du spiel
er/sie/es spiel
wir spiel
ihr spiel
sie spiel
Sie spiel
Kaufen
Slide 14 - Tekstslide
FE-e-st-t-en-t-en-en
ich wohn
du wohn
er/sie/es wohn
wir wohn
ihr wohn
sie wohn
Sie wohn
Wohnen
e
ich spiel
du spiel
er/sie/es spiel
wir spiel
ihr spiel
sie spiel
Sie spiel
Kaufen
e
Slide 15 - Tekstslide
FE-e-st-t-en-t-en-en
ich wohn
du wohn
er/sie/es wohn
wir wohn
ihr wohn
sie wohn
Sie wohn
Wohnen
e
st
ich spiel
du spiel
er/sie/es spiel
wir spiel
ihr spiel
sie spiel
Sie spiel
Kaufen
e
st
Slide 16 - Tekstslide
FE-e-st-t-en-t-en-en
ich wohn
du wohn
er/sie/es wohn
wir wohn
ihr wohn
sie wohn
Sie wohn
Wohnen
e
st
t
ich spiel
du spiel
er/sie/es spiel
wir spiel
ihr spiel
sie spiel
Sie spiel
Kaufen
e
st
t
Slide 17 - Tekstslide
FE-e-st-t-en-t-en-en
ich wohn
du wohn
er/sie/es wohn
wir wohn
ihr wohn
sie wohn
Sie wohn
Wohnen
e
st
t
en
ich spiel
du spiel
er/sie es spiel
wir spiel
ihr spiel
sie spiel
Sie spiel
Kaufen
e
st
t
en
Slide 18 - Tekstslide
FE-e-st-t-en-t-en-en
ich wohn
du wohn
er/sie es wohn
wir wohn
ihr wohn
sie wohn
Sie wohn
Wohnen
e
st
t
en
t
ich spiel
du spiel
er/sie es spiel
wir spiel
ihr spiel
sie spiel
Sie spiel
Kaufen
e
st
t
en
t
Slide 19 - Tekstslide
FE-e-st-t-en-t-en-en
ich wohn
du wohn
er/sie es wohn
wir wohn
ihr wohn
sie wohn
Sie wohn
Wohnen
e
st
t
en
t
en
en
ich spiel
du spiel
er/sie es spiel
wir spiel
ihr spiel
sie spiel
Sie spiel
Kaufen
e
st
t
en
t
en
en
Slide 20 - Tekstslide
Regelmatige werken maken???!!!
Wonen🇳🇱 - Wohnen 🇩🇪
🇳🇱 Wonen = Wohnen 🇩🇪
ich wohn
e
du wohn
st
er/sie/es wohn
t
wir wohn
en
ihr wohn
t
sie wohn
en
Sie wohn
en
e
st
t
en
t
en
en
- Spielen
- Schreiben
- Scheißen💩
Voorbeelden
- esttentenen-🧐
schrijf op je toets
Slide 21 - Tekstslide
Een ezelsbruggetje om de uitgangen te onthouden:
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
stam
+ e
stam
+ st
stam
+ t
stam
+ en
stam
+ t
stam
+ en
Wanneer je de uitgangen allemaal achter elkaar plakt, krijg je een woord:
E-ST-T-EN-T-EN
FE-
E-ST-T-EN-T-EN
Slide 22 - Tekstslide
ich
du
er/ sie es
wir
ihr
Sie/ sie
wohne
wohnst
wohnt
wohnen
wohnt
wohnen
Slide 23 - Sleepvraag
Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord:
kaufen
-->
Stam =
kau
f
ich
kauf
e
du
kauf
st
er/sie es
kauf
t
wir
kauf
en
ihr
kauf
t
sie
kauf
en
Sie
kauf
en
Slide 24 - Tekstslide
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
-e
-st
-t
-en
-en
-t
Slide 25 - Sleepvraag
du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst
Slide 26 - Quizvraag
Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt
Slide 27 - Quizvraag
ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet
Slide 28 - Quizvraag
Ich (trinken) ein Wasser, das mir schmeckt
A
trinkst
B
trinkt
C
trinke
D
trinken
Slide 29 - Quizvraag
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
Sleep de werkwoorden naar de juiste plek
schrijven= schreiben
schreibe
schreibst
schreibt
schreibt
schreiben
schreiben
Slide 30 - Sleepvraag
Persoonlijk voornaamwoord
in de
1e
en
4e
naamval
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es
wir ihr
sie Sie
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich
dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Slide 31 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoorden in de 1e naamval
De 1e naamval is gelijk aan het zinsdeel: onderwerp/Subject
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es
wir ihr
sie Sie
Voorbeeld:
Vraag: Wie of wat komt morgen langs?
Ik
kom morgen langs.
Ich
komme morgen vorbei.
ik/Ich
= onderwerp
= altijd het onderwerp!!
(vraag: wie + persoonsvorm)
Kan een zelfstandig naamwoord vervangen
Slide 32 - Tekstslide
Personalpronomen Akkusativ (4e naamval)
mich
es
uns
euch
sie (mv)
sie (ev)
dich
Sie
ihn
wen?
mij
haar
wij
jou
hen
het
jullie
u
hem
wie?
Slide 33 - Sleepvraag
Vertaal de voorzetsels
door
voor
tegen
zonder
om
tot
durch
für
gegen
ohne
um
bis
Slide 34 - Sleepvraag
Persoonijk voornaamwoord in de
4e
naamval = lijdend voorwerp
Heb je
ik
gezien?
ik
-->
mij
Heb je
mij
gezien?
Hast du
mich
gesehen?
lijdend voorwerp (wie/wat + gezegde + onderwerp)
wie heb je gezien?
Antwoord: mij (
mich
)
Slide 35 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
1e naamval:
ik jij hij zij het wij jullie zij u
ich du er
sie es
wir ihr
sie Sie
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich
dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Slide 36 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Voorbeeld
:
Ich habe es gefunden!
= altijd lijdend voorwerp!!
(vraag: wie/wat + gezegde + onderwerp)
habe = persoonsvorm
habe gefunden = gezegde
ich = onderwerp
Was habe ich gefunden?
Wat heb ik gevonden?
Antwoord: es
Slide 37 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
4e naamval:
mij jou hem haar het ons jullie hun/hen u
mich dich ihn
sie es
uns euch
sie Sie
Voorbeeld
:
Ich habe es gefunden!
= altijd lijdend voorwerp!!
(vraag: wie/wat + gezegde + onderwerp)
habe = persoonsvorm
habe gefunden = gezegde
ich = onderwerp
Was habe ich gefunden?
Wat heb ik gevonden?
Antwoord: es
Slide 38 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
4e
naamval
Voorzetsels behorend bij 4e naamval:
durch, für, gegen, ohne, um
Voorbeeld
:
Du bist
gegen
mich
.
Er hat
für
euch
schon bezahlt.
Slide 39 - Tekstslide
Ich kaufe ein Buch für....
A
er
B
wir
C
ihn
D
ich
Slide 40 - Quizvraag
Hoe veranderen de pers. voornaamwoorden (onderwerp / lijd.voorw.)? Één blijft over.
timer
1:00
mich
dich
ihn/sie/es/man
uns
euch
sie/Sie
ich
du
er
ihr
sie/Sie
er/sie/es/man
wir
Slide 41 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
02.10.2023
September 2023
- Les met
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Klas 1 X-tuur Duits dinsdag 4 april
April 2023
- Les met
33 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Regelmatige werkwoorden Duits_ (fe)esttenten
Mei 2024
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
Kapitel 1 - die Prüfung
November 2022
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
2T Kapitel 4 LessonUp check-out
December 2021
- Les met
51 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Wochequiz 37
September 2024
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 4
Regelmatige werkwoorden Duits
Februari 2024
- Les met
27 slides
Duits
Middelbare school
vmbo, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1,2
MW 13.12. K2 znw,
December 2021
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1