5.1 - B - Woonplaats en werkplaats


5.1 - Woonplaats en
werkplaats
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


5.1 - Woonplaats en
werkplaats

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe ambachtslieden samenwerkten. 

  • Je kunt uitleggen hoe handelssteden samenwerkten. 

Slide 2 - Tekstslide

Planning
  • Gilde
  • Hanze
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Maak het drieslagstelsel kloppend.
🏝
🐄
☃️
🐄
🏝
☃️
☃️
🐄
🏝

Slide 4 - Sleepvraag


Werken in een gilde

  • Omdat de oogst groter wordt, hoeft niet iedereen meer boer te zijn: er ontstaan andere beroepen: ambachten
  • Mensen met hetzelfde ambacht zitten in een gilde.
  • Het gilde controleerde ook de kwaliteit van de producten en stelde de verkoopprijs vast.
  • Elk gilde had zijn eigen beroepsopleiding.
De meeste gilden hadden een prachtig gildehuis. Hier werden, behalve vergaderingen, ook feesten gehouden. Heel het leven draaide om het gilde.
Voorbeelden van ambachten in een middeleeuwse stad:
- smid
- bakker
- timmerman
- meubelmaker
- brouwer
- kleermaker
Leerdoel 1

Slide 5 - Tekstslide

Opleiding
  • Je mag alleen een eigen bedrijf hebben, als je lid van een gilde bent.

  • Hiervoor moet je eerst meester worden:
  1. Je begon al erg jong als leerling;
  2. Daarna werd je gezel;
  3. En pas als je meesterproef had gedaan kon je meester worden. Je was dan vaak al ver boven de 30 jaar!
Middeleeuwse ambachtslieden aan het werk.
Leerdoel 1

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video


Aantekeningen

  • Mensen met hetzelfde beroep verenigen zich in een gilde.  Het gilde controleerde de kwaliteit, stelde de verkoopprijs vast en regelde de opleiding. Je begon bij een beroep als leerling, daarna werd je gezel en vervolgens moest je een meesterproef afleggen. 
  • Alleen als je lid was van een gilde mocht je een product verkopen. 

Slide 8 - Tekstslide


De Hanze

  • Een groep steden in Europa werkte samen om meer internationale handel te krijgen.
  • Ze noemden hun vereniging de Hanze.
  • Ze vroegen geen tol en bestreden samen piraterij. Men voer gezamenlijk van stad naar stad. De schepen namen elkaars handel mee. 
  • Nederlandse Hanzesteden zijn Deventer, Kampen, Zutphen en Zwolle. 

De EU?
De Hanze was geen voorloper van de Europese Unie, het was vooral een handelsverbond tussen steden, niet tussen landen. Het ging vooral over handel niet over politiek. 
Leerdoel 2

Slide 9 - Tekstslide

Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

De handelaren spraken Neder-Duits, dus Hanzeleden konden elkaar in elke stad verstaan! 

Slide 10 - Tekstslide

Het Koggeschip werd gebruikt tijdens de Hanze.
Via de Zuiderzee voerden handelaren de Noordzee op. 

Slide 11 - Tekstslide


Aantekeningen

  • Sommige Europese steden gingen over op samenwerking, de Hanze. Die samenwerking zorgde voor het bestrijden van piraterij en steden die lid waren hoefden geen tol te betalen. 

Slide 12 - Tekstslide

Zelfstandig werken
  • We lezen gezamenlijk de tekst van paragraaf 5.1 door. 

  • Dan ga je aan de slag met de opdrachten 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 10. 

  • Ben je klaar? Ga dan verder met de herhalingsopdrachten van paragraaf 5.1 op pagina 102.  

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen hoe ambachtslieden samenwerkten. 

  • Je kunt uitleggen hoe handelssteden samenwerkten. 

Slide 14 - Tekstslide