Mondeling 1

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

0

Slide 2 - Video

Lesdoelen
  •  Aan het einde van de les weet je wat een mondeling is.
  • Aan het einde van de les weet je aan wat je moet doen voor je mondeling.




Slide 3 - Tekstslide

Mondeling
  • Individueel houd je je mondeling.
  • Het mondeling is 1 op 1 en zal ongeveer 10 minuten duren.
  • Twee boeken komen hierin uitgebreid aan bod. 
  • Het boek dat je hebt gelezen voor poëzie en het boek dat je leest in periode 2.

  • Het is jouw taak om ervoor te zorgen dat:
  • Je de boeken uit P1 en P2 door en door kent.
  • Je de theorie kunt toepassen op de verschillende verhalen en dat je de verschillen kunt benoemen.



    Slide 4 - Tekstslide

    Situatie
    Team A neemt het op tegen team B. Team A begint hun presentatie met een korte inleiding, vervolgens leidt team B hun boek in, waarbij de inleiding voldoet aan de eisen in de rubric. Daarna trapt team A af met het beoordelingswoord ‘sfeervol’. Team B haakt daarop door te vertellen dat hun boek juist erg avontuurlijk is. 
    Team A probeert de luisteraar weer voor zich te winnen door te vertellen hoe leerzaam hun boek is. Team B beargumenteert dat hun boek juist goed is opgebouwd etc.

    Aan het einde kun je aan de klas vragen wie er voor het boek van team A of van team B kiest. De docent neemt uiteindelijk de beslissing welke presentatie het meest voldoet aan de eisen in de rubric.


    Slide 5 - Tekstslide

    Slide 6 - Tekstslide

    Objectief argument
    • Feitelijk argument, dat bewezen/gecontroleerd kan worden. Bijvoorbeeld:
    • Wat de schrijver(s) over de boeken zeggen.
    • Een voorbeeld uit een hoofdstuk van het boek.
    • Prijzen die het boek heeft gewonnen.
    • Een ranglijst waarbij het boek hoog in de top 10 staat.

    Slide 7 - Tekstslide

    Subjectief argument
    • Eigen ervaring met de gelezen boeken.
    • Leeservaringen gevonden op internet/gehoord van klasgenoten.
    • Personages, thema’s of gebeurtenissen die beter zijn uitgewerkt in het ene boek dan in het andere boek.
    • Beoordeling van een website, zoals Lezen voor de Lijst 

    Slide 8 - Tekstslide

    Slide 9 - Tekstslide

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Tekstslide

    Aan de slag!

      • Neem daarna de theorie door op de laatste slides.

      Slide 12 - Tekstslide

      Slide 13 - Tekstslide