In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
STRAATTAAL
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Lesplanning
Lesdoel
Achtergrond en het ontstaan
Kennis testen
Opdracht maken
Evaluatie
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoel
Je weet wat de Nederlandse taal en straattaal met elkaar te maken hebben
Je weet waarom straattaal gebruikt wordt
Je vergroot je kennis over straattaal
Slide 5 - Tekstslide
Welke straattaal woorden ken je?
Slide 6 - Woordweb
STRAATTAAL OF
HET NEDERLANDS VAN DE TOEKOMST?
Vertaal in tweetallen de straattaalwoorden naar het Algemeen Nederlands.
Slide 7 - Tekstslide
0
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
In tweetallen
Zoek in tweetallen op hoe straattaal ontstaan is en wat de achtergrond precies is. Hier krijgen jullie 5 minuten de tijd voor, daarna bespreken we het klassikaal.
timer
5:00
Slide 10 - Tekstslide
Hoe is straattaal ontstaan?
Slide 11 - Open vraag
Waarom spreken jongeren straattaal?
Slide 12 - Open vraag
STRAATTAAL OF
HET NEDERLANDS VAN DE TOEKOMST?
De teksten krijg je uitgedeeld. Lees deze goed door.
Slide 13 - Tekstslide
Achtergrond
Straattaal, een vorm van jongerentaal, is de mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat, naast de standaardtaal van het land waar ze wonen. Straattaal is aan het eind van de 20e eeuw ontstaan op plaatsen waar veel jongeren met elkaar optrokken.
Straattaal is dus een zelfgemaakte taal vol afkortingen in sms- en apptaal, schunnige woorden uit de hiphop en leentermen uit het Marokkaans, Turks, Engels en Surinaams. In Nederland is de basistaal Nederlands. Er wordt bij straattaal gespeeld met lidwoorden, toon, tempo en volume.
Slide 14 - Tekstslide
Waarom spreken jongeren straattaal?
Het is een codetaal
Het zorgt voor verbondenheid, maar kan ook mensen uitsluiten
Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort
Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels -> heeft een hoog 'do it yourself' gehalte
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Hoe komt het dat veel jongeren naast de Nederlandse taal straattaal spreken?
A
Het wordt gebruikt in songteksten en dat wordt overgenomen.
B
Jongeren willen graag bij een bepaalde groep horen en trekken veel met elkaar op.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.
D
Het is een bestaande taal die speciaal bedacht ik voor de jongeren van de straat.
Slide 17 - Quizvraag
Wanneer is straattaal ontstaan?
A
Eind 20e eeuw
B
Eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000
Slide 18 - Quizvraag
Uit welke taal komt het woord 'Doekoe' ?
A
Antiliaans
B
Surinaams
C
Marrokaans
D
Turks
Slide 19 - Quizvraag
''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw
Slide 20 - Quizvraag
''Ik zie die ibahesj weer, dus ik laat die gannoe beter thuis, want dalijk checken ze weer.''- Josylvio
A
Ik zie die meid weer, dus ik laat die drugs beter thuis, want dadelijk komt ze erachter.
B
Ik zie de politie weer, dus ik laat mijn wapens thuis, dadelijk controleren ze me weer.
C
Ik zie die eikel weer, dus ik laat mijn vriendin beter thuis, want anders bekijken ze haar weer
Slide 21 - Quizvraag
''Zie ik wil peng tings 'pon road, nu heb ik peng tings on hold'' - Ronnie Flex
A
Ik wil knappe vrouwen onderweg, nu zet ik knappe vrouwen in de wacht.
B
Ik wil een geweer mee op reis, nu heb ik een geweer bij me.
C
Ik wil lekker eten onderweg, dus ik zoek naar lekker eten non-stop.