Metafoor en tips voor een gedicht.

Een voorbeeld:
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Een voorbeeld:

Slide 1 - Tekstslide

Planning van deze les:
Wat is een metafoor?
7 Tips om een gedicht te schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Vier kenmerken poëzie

1. een gedicht heeft een eigen uiterlijke vorm
2. in een gedicht spelen (rijm)klanken, maat en/of ritme een rol; 
3. een gedicht heeft een of meer versregels met een speciale (soms ongrammaticale) zinsbouw
4. in een gedicht wordt figuurlijk taalgebruik toegepast en er wordt gespeeld met betekenissen van woorden.

Slide 3 - Tekstslide

Figuurlijk taalgebruik
Bij figuurlijk taalgebruik wordt er iets anders gezegd dan bedoeld. Het komt veel voor bij uitdrukkingen en gezegdes. Bijvoorbeeld:
Vlinders in je buik hebben.
Appels met peren vergelijken
Die baby is om op te vreten
Deze film is een juweeltje

Een vorm van figuurlijk taalgebruik is de metafoor

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Een metafoor is een vergelijking, zonder dat je het object noemt waarmee je het vergelijkt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met de metafoor "Hij is een wolf in schaapskleren"?
A
Hij draagt graag een schapenvacht.
B
Hij lijkt vriendelijk, maar is eigenlijk gevaarlijk
C
Hij is een boer die schapen houdt

Slide 8 - Quizvraag

Je kamer is niet zo smerig als een zwijnenstal.
A
Dit is geen metafoor maar een vergelijking
B
Je kamer is een bende
C
In je kamer lopen zwijnen
D
Je kamer ruikt naar een zwijnenstal

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent de metafoor "Ze heeft een hart van goud"?
A
Ze heeft een kostbaar hart.
B
Ze is erg vriendelijk en lief.
C
Ze heeft een gouden sieraad in de vorm van een hart.

Slide 10 - Quizvraag

Bedenk zelf een metafoor. Liefst eentje over thuis of huis.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Welke 7 tips waren er ook al weer?

Slide 13 - Open vraag

Tips om een gedicht te schrijven!
Bedenk wat je wil overbrengen met je gedicht
Probeer je onderwerp te beschrijven: hoe ziet het eruit? Hoe smaakt het of voelt het? Maak het beeldend door figuurlijk taalgebruik.
Liedjes, songteksten zijn ook gedichten. Luister naar liedjes voor inspiratie.
Een gedicht hoeft echt niet te rijmen, soms is het beter van niet. Bedenk ook dat er andere rijmsoorten zijn: bloeiende bloemen ... knarsende tanden ... fruitige frommel .... 

Slide 14 - Tekstslide

Succes!!

Slide 15 - Tekstslide

Visuele poëzie 

Slide 16 - Tekstslide

 Ook dit is poëzie -  Stiftgedicht

Slide 17 - Tekstslide

Vorm

Ondanks dat we deze tekst niet kunnen lezen, zie je toch direct dat het een gedicht is. 
Hoe komt dat? 

Slide 18 - Tekstslide

Instagrampoëzie
Waar vind je poëzie vaak?

Een nieuwe plek voor poëzie:
Instagram.


van: @woordschittering



Slide 19 - Tekstslide

Poëzie of niet?

Slide 20 - Tekstslide