Hoofdpersoon: personage dat een grote verandering doormaakt, degene om wie het verhaal draait.
Tegenspeler: belangrijkste persoon voor de hoofdpersoon en zijn verhaal. Kan ook een eigenschap van de hoofdpersoon zijn. Door tegenspeler komt hoofdpersoon in beweging. Leg je keuze voor tegenspeler uit.
Bijpersonen: noem een aantal belangrijke personages voor het verhaal / hoofdpersoon.
Slide 8 - Tekstslide
Extra informatie hoofdpersoon
Uiterlijke kenmerken
Karaktereigenschappen
Ontwikkeling van een personage in het verhaal
Eén of twee belangrijke gebeurtenissen voor de hoofdpersoon en zijn ontwikkeling.
Slide 9 - Tekstslide
Controleer je eigen leesdossier
Voorblad
Titel en auteur
Personages: hoofdpersoon, tegenspeler en bijpersonen
Markeer onderdelen die nog niet compleet zijn en begin met aanvullen.
10 min.
timer
1:00
Slide 10 - Tekstslide
Titelverklaring
Waar verwijst de titel naar?
Meestal twee verklaringen: letterlijk en figuurlijk
Slide 11 - Tekstslide
Perspectief verhaal
Alwetende verteller: staat buiten het verhaal en weet van iedereen de gedachtes en handelingen, geeft omschrijvingen van alles wat er gebeurt.
Personale verteller(hij/zij/jij/wij): verteller binnen het verhaal waarbij je de gedachtes van 1 persoon leest.
Ik-verteller:binnen het verhaal, alles vanuit 1 persoon, de ik-verteller.
Slide 12 - Tekstslide
Extra informatie bij verteller
Verteller is niet de schrijver van het verhaal, het is door wiens bril je het verhaal leest.
Vaak is de alwetende verteller afgewisseld met de personale verteller.
Dialogen moet je niet bekijken voor het bepalen van het perspectief.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Video
Controleer je eigen leesdossier
Titelverklaringen
Perspectief
Markeer onderdelen die nog niet compleet zijn en begin met aanvullen.