Les 11 hoofdstuk 1 Grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 1 Grammatica

Pak je boek erbij op bladzijde 49!

Wat gaan we in deze les doen?

1. Huiswerk controleren en nakijken
2. Herhalen theorie van vorige week
3. Persoonsvorm, onderwerp en zinsdeelproef
4. Opdracht 13 en 15 maken

Nakijken huiswerk

Een zin bestaat uit verschillende brokjes informatie.

1. Waar
2. Niet waar

Een zinsdeel bestaat uit maar één woord.

1. Waar
2. Niet waar

Elk zinsdeel zet je tussen zinsdeelstrepen.

1. Waar
2. Niet waar

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.

1. Waar
2. Niet waar

Je kunt de persoonsvorm vinden door de zin in een andere tijd te zetten.

1. Waar
2. Niet waar

Onderwerp

Dit zinsdeel kun je aan de volgende dingen herkennen:

- Heeft hetzelfde 'aantal' als de persoonsvorm (ev of mv).

- Staat meestal direct voor of achter de persoonsvorm.

- Is het zinsdeel dat iets doet of is in de zin.

Je zet O boven het zinsdeel dat het onderwerp is.

Stappenplan

1. Zet een streep onder de pv.                                      PV

(tijdproef, getalproef)

2. Verdeel de zin in zinsdelen.                               |zinsdeel|

(zinsdeelproef, brokjes informatie)

3. Zet een O boven het onderwerp.                    |onderwerp|
(Wie/wat + pv?)

O

Aan de slag!

• Jullie gaan nu opdracht 13 en 15 maken
• Dit doen jullie alleen en in stilte
• Maximaal 10 minuten werken
• Niet af? Dan zijn deze opdrachten huiswerk voor morgen!