kt1 2.4 Grammar: to be and to have got

Welcome class:today ...
Vandaag gaan we verder met het werkwoord to be & to have (got)

Doel: aan het eind van de les kunnen we de vorm van to be  & to have ( got) toepassen.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome class:today ...
Vandaag gaan we verder met het werkwoord to be & to have (got)

Doel: aan het eind van de les kunnen we de vorm van to be  & to have ( got) toepassen.

Slide 1 - Tekstslide

Hello class; make notes please!

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg ...
Er valt weinig uit te leggen je moet dit rijtje gewoon goed onthouden!!

Slide 3 - Tekstslide

to be = zijn
I
You

She
He
It

We
You
They
Am
Are

Is
Is
Is

Are
Are 
Are
'm
're

's
's
's

're 
're
're
Je mag het ook afkorten:
I
You

She
He
It

We
You
They

Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden ...

Slide 5 - Tekstslide

Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.
1. I _________ at home.

2. You _________ with your brother.

3. He _________ working out.
am
is
are

Slide 6 - Sleepvraag

have got = hebben
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
Je mag het ook afkorten:
have (got)
have (got)

has (got)
has (got)
has (got)

have (got)
have (got)
have (got)
've (got)
've (got)

's (got)
's (got)
's (got)

've (got)
've (got)
've (got)

Slide 7 - Tekstslide

you 
He/she/it 
We/you/they
am
are 
is 
have got 
has got
Ik
Wij 
've got
's got 
'am 
're 

Slide 8 - Sleepvraag

Greg ____ beautiful long hair. His parents _____ short grey hair.
A
have - has
B
has - have got
C
has - has got
D
have - have

Slide 9 - Quizvraag

My parents ___ a blue car. The car ___ at the garage at the moment.
A
have got - is
B
has - is
C
have - are
D
have - am

Slide 10 - Quizvraag

I ____ a boy and I _____ a lot of friends.
A
am - am got
B
am - has
C
am - have
D
are - have got

Slide 11 - Quizvraag

My dad ____ blond hair, my mom ____ brown hair. They ____ 57 years old.
A
has got - has got - is
B
have - has - are
C
has got - has got - are
D
have - have - is

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:

My sister ____ my best friend.
A
Am
B
Is
C
Are
D
's

Slide 13 - Quizvraag

John and Casey _____ best friends
A
're
B
are
C
is
D
's

Slide 14 - Quizvraag

I ____ a big black dog at home.
A
am
B
have got
C
has got
D
are

Slide 15 - Quizvraag

My father and I _____ at the zoo today.
A
am
B
is got
C
are
D
have got

Slide 16 - Quizvraag

To Be
Er valt weinig uit te leggen je moet dit rijtje gewoon goed onthouden!!

Slide 17 - Tekstslide

have got = hebben
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
I
You

She
He 
It

We 
You 
They
Je mag het ook afkorten:
have (got)
have (got)

has (got)
has (got)
has (got)

have (got)
have (got)
have (got)
've (got)
've (got)

's (got)
's (got)
's (got)

've (got)
've (got)
've (got)

Slide 18 - Tekstslide

Ik kan de juiste vorm van to be & to have ( got) gebruiken.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
misschien

Slide 19 - Quizvraag

Well done!


Slide 20 - Tekstslide