Marketing Blok 1
1 / 15
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Alle activiteiten die een bedrijf bewust doet om bekend te worden en om (meer) producten te verkopen.
Slide 5 - Tekstslide
- dat de klant weet (= promotie)
- dat de oplossing voor zijn probleem (= product)
- binnen handbereik is (= plaats)
- voor een acceptabele prijs (= prijs)
- en dat hij daarbij goed wordt geholpen (= personeel).
Slide 6 - Tekstslide
Een kledingwinkel kan bijvoorbeeld de doelgroep jongeren als zijn deelmarkt kiezen. Jongeren hebben andere wensen en behoeften dan ouderen. Als die winkel inspeelt op de behoeften van jongeren, dan kun je dat merken aan:
- de manier waarop de winkel is ingericht
- de muziek die je in de winkel hoort
- het assortiment van de winkel
- de manier waarop het personeel de klanten helpt
- de manier waarop de winkel reclame maakt
Slide 7 - Tekstslide
Producten die je kunt aanraken noemen we goederen. Voorbeelden van goederen zijn een fiets, speelgoed, een computer of een mobiele telefoon.
Een dienst is een product dat je niet kunt aanraken. Voorbeelden van een dienst zijn een taxirit, een behandeling bij de tandarts, de schilder die in opdracht een huis verft, reparatie van een auto, een hotelovernachting of advies over een lening.
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
De winkelformule is de manier waarop een winkel zijn producten aanbiedt. Bij het ontwikkelen van een winkelformule zijn de drie vragen belangrijk:
Slide 10 - Tekstslide
deskresearch; je leest dan bijvoorbeeld bestaande boeken, internetbronnen en verslagen
fieldresearch; je gaat bijvoorbeeld mensen interviewen, of je laat ze vragenlijsten invullen, of je gaat observeren
Geef de definitie van het begrip marketing
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Noem de zes marketingsinstrumenten
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een voorbeeld van een dienst?
A
Computer
B
Telefoon
C
Taxirit
D
Fiets
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Geef de definitie van het begrip winkelformule?
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
