Werkwoorden vervoegen

Ik ___ (gaan) naar de stad.
1 / 20
volgende
Slide 1: Open vraag
NT2BasisschoolGroep 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Ik ___ (gaan) naar de stad.

Slide 1 - Open vraag

Sanne____ (maken) een opdracht.

Slide 2 - Open vraag

____ (lezen) je boeken?

Slide 3 - Open vraag

Patrick ____ (houden) van pannenkoeken.

Slide 4 - Open vraag

Emma ___ (gaan) naar bed.

Slide 5 - Open vraag

___ (wonen) jij in Nederland?

Slide 6 - Open vraag

De meneer ____ (zijn) vriendelijk.

Slide 7 - Open vraag

Ik ____ (beantwoorden) de vragen.

Slide 8 - Open vraag

John en Mark ____ (eten) stamppot.

Slide 9 - Open vraag

De les ____ (beginnen) om 20:00 uur.

Slide 10 - Open vraag

Het weer ___ (zijn) slecht.

Slide 11 - Open vraag

Het broertje van Alicia ____ (hebben) een mooi huis.

Slide 12 - Open vraag

Ella ____ (blijven) thuis.

Slide 13 - Open vraag

Mijn mama en ik ___ (lopen) naar het station.

Slide 14 - Open vraag

Je ___ (zijn) een goede leerling!

Slide 15 - Open vraag

Jij ___ (hebben) een pen.

Slide 16 - Open vraag

De student ___ (zijn) heel slim.

Slide 17 - Open vraag

___ (mogen) ik naar de WC?

Slide 18 - Open vraag

Hij ___ (heten) Karim.

Slide 19 - Open vraag

___ (gaan) je naar school?

Slide 20 - Open vraag