Les 3 Kritisch luisteren

Nederlands
Nederlands
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Terugblik
  2. Kritisch luisteren
  3. Verder werken in Studiereader (taak 3)

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 3 - Open vraag

Onderwerp en hoofdgedachte
Het onderwerp = in een aantal woorden (max. 5) omschreven waar de gesproken tekst over gaat.

De hoofdgedachte = in één of enkele zinnen samengevat waar de gesproken tekst over gaat. 

Slide 4 - Tekstslide

Waar denk je aan bij kritisch luisteren?

Slide 5 - Woordweb

Kritisch luisteren
Aandachtig luisteren

In gesproken teksten worden regelmatig standpunten en argumenten gegeven. Om deze op te nemen is het van belang om kritisch te luisteren.

Slide 6 - Tekstslide

Kritisch luisteren
Standpunt = een mening die iemand heeft over een onderwerp.
Argument = de onderbouwing van je standpunt.


Slide 7 - Tekstslide

Kritisch luisteren
Een standpunt en argumenten herken je in een gesproken tekst als volgt:

  • Introductie: de spreker kondigt zijn standpunt aan of de gespreksleider doet dat. Daarna worden argumenten gegeven.

  • Signaalzinnen en signaalwoorden: 'deze schijnbare tegenstrijdigheid', 'als we dit alles samenvatten...' ik denk', 'ik vind', 'omdat, 'doordat, 'want'.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is verschil tussen een subjectief en een objectief argument?

Slide 9 - Tekstslide

Subjectief argument
Een argument waarvan de inhoud niet controleerbaar is. Het is gebaseerd op gevoelens.

'Het is zielig dat er proefdieren gebruikt worden'




Slide 10 - Tekstslide

Objectief argument
Een argument waarvan de inhoud wel controleerbaar is. Het berust op feiten.

'Er worden jaarlijks 400.000 proefdieren gedood zonder dat er onderzoek mee gedaan wordt'


Slide 11 - Tekstslide

Tegenargument & weerlegging
Tegenargument: een argument tegen een standpunt.

Wat is een weerlegging?

Slide 12 - Tekstslide

Oriënteer je op het volgende fragment

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Wat is het onderwerp van het fragment?

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel gebruikers heeft Spotify?

Slide 16 - Open vraag

Waarom zijn de playlists die door Spotify worden gemaakt belangrijk voor artiesten volgens Jeanne?

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent het ‘pitchen’ van muziek?

Slide 18 - Open vraag

Waarom is het als artiest belangrijk om een goede verstandhouding met Spotify te hebben volgens het fragment?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de hoofdgedachte van het fragment?

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag
  • Maak de opdrachten van taak 3 van de opbouwopdrachten 'Luisteren'.

Slide 21 - Tekstslide