Les 6 - Voedingsgebruiken/Diëten

Mens en Gezondheid
Hoofdstuk 4 

Voedingsgewoontes 
terugblik + start hoofdstuk 
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Mens en Gezondheid
Hoofdstuk 4 

Voedingsgewoontes 
terugblik + start hoofdstuk 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Etiketten

Op een etiket moet in ieder geval staan:
Naam
Inhoud
Allergenen
Voedingswaarde
Netto hoeveelheid
Houdbaarheid
THT (ten minste houdbaar tot)
UVD (uiterste verkoop datum)
Bewaarvoorschrift/gebruiksaanwijzing
Naam en adres fabrikant/producent
productcode

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Keurmerk
Een keurmerk is een logo op het product waarmee de fabrikant een bepaalde kwaliteit van dat product beloofd .

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsclaim 
Gezondheidsclaims stellen dat een voedingsmiddel voordelig is voor je gezondheid. Een voorbeeld is ‘cholesterolverlagend’, zoals je soms op margarine ziet staan. Gezondheidsclaims moeten goed onderbouwd zijn. Ze mogen alleen gebruikt worden als deze op de Europese lijst van goedgekeurde claims staan.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies


Voorbeelden van een gezondheidsclaim

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 4 
Voedingsgewoontes

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontbijt jij?
* Waaruit bestaat je ontbijt?
* Eet je alleen of met iedereen die thuis is?
*Ontbijt je in het weekend anders? Hoe dan?
timer
0:40

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Avondeten
*Eet je alleen of met het gezin?
*Eet je aan tafel of voor de tv?
timer
0:40

Slide 10 - Open vraag

Extra vragen:
* Eet je aan een gedekte tafel?
*Weet jij wat de functie is van gezamenlijk eten? -> Sociale gelegenheid, verbinden, gezellig en ontspannen. Samen eten zorgt er voor dat je je mentaal beter voelt. 
* Eet je met bestek of met je handen?
* In welke cultuur eten ze met de rechterhand? -> India en veel Islamitische landen
Overeenkomsten en verschillen
  1. Wat zijn nu opvallende overeenkomsten en verschillen in onze eetgewoontes? 
  2. Wat bepaald onze eetgewoontes?
  3. Zou jij je eetgewoonte willen veranderen en wat dan? 

Slide 11 - Tekstslide

cultuur/ geloofsovertuiging
opvoeding
geloven dat bepaalde voedingsgewoonte gezond is.
Afwijkende voedingsgewoontes

Steeds meer mensen hebben een afwijkende voedingsgewoonte. Wat is nu eigenlijk een afwijkende voedingsgewoonte? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
1:00
Afwijkende voedingsgewoonte

Slide 13 - Woordweb

je eet zoals je gewend bent en wat je normaal vindt. 
Voor iedereen is normaal wat anders. 

denk aan geloof en eten
Conclusie

Er bestaat dus eigenlijk geen afwijkende voedingsgewoonte. 
Je bent een voedingsgewoonte gewend, voor jou normaal, wat anders is is dus afwijkend. 


Slide 14 - Tekstslide

Een voorbeeld van een afwijkende voedingsgewoonte:
Je volgt een bepaald dieet omdat je af wil vallen, je juist aan wil komen of dat je bepaalde producten niet mag eten omdat je een allergie of intolerantie hebt.
 
het kan ook een keuze zijn
vegetarisch, veganistich.
Elk land heeft haar eigen eetgewoontes.
Wat herken je?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biologische Voeding

Bij productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu, dier en mens. Dit is vastgelegd d.m.v. regels en wordt gecontroleerd.

Biologische boeren gebruiken geen chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest of antibiotica. Daarnaast gebruiken biologische veehouders biologisch voer voor hun dieren en geven ze hun dieren meer ruimte dan gebruikelijk.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geloof/religie en voeding

Elk geloof heeft zijn eigen regels voor eten en drinken. Elk geloof heeft dus eigen ‘voedingsgewoontes’.

Islam
Jodendom
Hindoeïsme
Boeddhisme
Christendom


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Islam

Een moslim eet geen varkensvlees en alle daaruit voortkomende bijproducten.

Een moslim mag ook geen alcohol drinken.

Een moslim mag alleen vlees eten van een rein en ritueel geslacht dier. Dit wordt ‘halal’ genoemd.

Moslims houden zich aan de ramadan. Tijdens de ramadan mag tijdens zonopkomst en zonsondergang niet gegeten en gedronken worden.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eten Islamitische mensen dit?

A
JA
B
NEE

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Joden

Joden eten voedsel dat ‘koosjer’ wordt genoemd.

Koosjer betekent ‘geoorloofd’. Dit eten is in overeenstemming met de spijswetten.

Koosjer zijn alle dieren met gespleten hoeven die herkauwen
Joodse mensen kennen een aantal dagen waarop ze vasten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hindoeïsme

Veel oudere Hindoestanen eten vegetarisch omdat alles wat leeft als heilig wordt beschouwd.

Bij religieuze feesten wordt in de regel vegetarisch gegeten.

Hindoes vasten bij religieuze bijeenkomsten en bij sterfgevallen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.16 blz. 192

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boeddhisme

De meeste boeddhisten zijn vegetarisch. Het doden en eten van vlees is in strijd met hun voorschriften.

Boeddhisten eten geen voedsel dat lustgevoelens en een opvliegende gemoedstoestand opwekken.
Verslavende producten zijn verboden.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Christendom

Christenen mogen alles eten, want zij geloven dat het kwaad niet van buiten maar van binnen komt.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de opdrachten van hoofdstuk 4
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdstuk 5
Diëten en voedingspatronen


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diëten en voedingspatronen
Vaak volgen mensen een dieet om gezondheidsredenen. Het kan ook voor mensen worden voorgeschreven die een afwijkend voedingspatroon hebben. Vaak wordt je doorverwezen naar een diëtist. Een diëtist volgt de richtlijnen van de arts en houdt rekening met jou wensen. Zodat het vol te houden is. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:

  • Vertellen welke soorten diëten er zijn
  • Advies geven aan mensen wanneer zij willen afvallen
  • Meer vertellen over lightproducten
  • Uitleggen wat eetstoornissen zijn
  • Uitleggen wat voedselallergieën en voedselintolerantie is

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dieet
Bij diëten wijkt de voeding af van de normale voeding. Een dieet is een voorgeschreven voedingswijzer

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een dieet is een ...
A
ongeschreven voedingswijzer
B
een stomme verplichting
C
voorgeschreven voedingswijzer
D
geschreven wijzer

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee soorten diëten 
  1. Voedingsbeperkte diëten 
Deze diëten bevatten minder van een bepaalde voedingsstof
Voorbeelden: natriumarm dieet, energiebeperkt dieet, glutenvrij dieet, koemelkvrij dieet en lactosevrij of -beperkt dieet
2. Voedingsstofverrijkende diëten  
Deze dieten bevatten veel meer van een bepaalde voedingsstof dan normaal het geval is.
Voorbeeld: energieverrijkt dieet 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Natriumarm is een andere woord voor?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lactose is?
A
Een suiker die alleen in melkproducten voorkomt
B
Een suiker die voorkomt in fruit
C
Een suiker die voorkomt in groente
D
Een suiker die voorkomt in tarwe

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 5.01, 5,02 en 5,03
maken opdracht 5.04, 5.05
timer
1:00

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Advies geven
Lees blz.201 tot blz.203. Je hebt hier ongeveer 5-10 minuten voor. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wees duidelijk
wees eerlijk
vertel de voor en nadelen van een dieet
Laat iemand zelf een keus maken

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je iemand adviseren om af te vallen?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lightproducten
Een lightproduct kan een goed en gezond alternatief zijn voor een gewoon product. 

In een lightproduct moet minstens 30% minder aan calorieën zitten dan in een gewoon product. 

Het woord light slaat op minder energie, vet of suiker. 

Slide 39 - Tekstslide

Light of lite is een voedingsclaim die volgens de Europese regelgeving hetzelfde betekent als 'verlaagd'. Het betekent dat het product ten minste 30% minder van iets bevat dan een vergelijkbaar product. Bijvoorbeeld minder suiker of verzadigd vet. Voor vitaminen en mineralen is dit 10%. Voor natrium (zout) is dit 25%.
Light kan ook betekenen dat het aantal calorieën in het product met minimaal 30% verlaagd is. Daar moet altijd bij staan wat precies voor de verlaging zorgt, zoals minder suiker.
Fabrikanten kunnen de claim dus breed gebruiken. Daarom moet er altijd specifiek bij staan welke voedingsstof precies is verlaagd.
Noem een aantal voorbeelden van lightproducten

Slide 40 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Voedingssupplementen 

Voedingssupplementen zijn bedoeld als aanvulling op de dagelijkse voeding. Als je gezond en gevarieerd eet, dan heb je geen voedingssupplementen nodig. Alleen speciale groepen die extra voedingsstoffen nodig hebben, zijn: zwangere vrouwen, jonge kinderen en ouderen. 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke extra voedingsstoffen hebben zwangere vrouwen nodig?
A
Foliumzuur
B
Vitamine D
C
Lightproducten
D
Mineralen

Slide 42 - Quizvraag

Foliumzuur wordt ook wel vitamine B11 genoemd. Het zit vooral in groenten en volkorenproducten. Foliumzuur is belangrijk voor het bloed, de zenuwen en de groei van het zenuwstelsel van de ongeboren baby. 

Vitamine D draagt bij bij de aanmaak van botten en tanden.


Voedselallergie
Bij een voedselallergie is er altijd sprake van een overactief immuunsysteem. Je hele lichaam roept als het ware 'nee' tegen het voedingsmiddel. 

Reacties kunnen zijn: jeuk, galbulten, zwellingen en benauwdheid. Deze reactie kan zelfs levensbedreigend zijn. 

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een dieet is een ...
A
ongeschreven voedingswijzer
B
een stomme verplichting
C
voorgeschreven voedingswijzer
D
geschreven wijzer

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is een zoutarm dieet beter dan een zoutloos dieet?
A
Minder zout is gezond maar zout is wel belangrijk
B
Zoutarm is helemaal niet beter
C
Een zoutloos dieet bestaat niet
D
Zoutarm betekent minder zout

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energiebeperkt dieet is...
A
Is een dieet waarbij je ervoor zorgt dat je MINDER calorieën binnenkrijgt dan je verbruikt, waardoor je afvalt.
B
Is een dieet waarbij je MINDER zout gebruikt. Dit is goed voor de bloeddruk.
C
Is een dieet waarbij je MEER calorieën eet, waardoor je extra aankomt.
D
Een dieet waarbij je MEER zout gebruikt.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een lactosevrije dieet?
A
Dieet zonder tarwe producten
B
Dieet zonder melk producten

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Allergie en intolerantie
  • Voedselallergie: afweersysteem reageert op voedsel
  • Voedselintolerantie: ongewone reactie op voedingsmiddelen

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten voedselallergieën:

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de meest bekendste en voorkomende voedselallergieën zijn?
A
Selderij
B
Pinda's
C
Mosterd
D
Schaaldieren

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Heb jij een voedselallergie of ken je iemand die dit heeft? Zoja noem ook de soort voedselallergie

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsintolerantie
Dit is eten waar je niet goed tegen kunt. Voorbeelden van klachten zijn: buikpijn, buikkramp, diarree of je moet heel de tijd winden laten. Het afweersysteem speelt hier geen rol bij. 

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Einde van de les
  • Conclusie eetgewoonten
  • Wat zijn afwijkende voedingsgewoonten?
  • Wat is het verschil tussen een voedsel allergie en een voedsel intolerantie? 



Slide 53 - Tekstslide

Terugblik en samenvatting op de les.