V2 29 november 2023

V2, le 29 novembre
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

V2, le 29 novembre

Slide 1 - Tekstslide

Planning 29/11:
- intro:  PW 20/12, La chasse (1 jour 1 question)
- la négation
- métiers (beroepen): ex. 13, pag. 82> maak gebruik vd stamboom van p. 80 & verzin een beroep voor 5 familieleden. Maak gebruik ve woordenboek  
- LIRE: Lingua.com

HW: afmaken teksten Lingua.com

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:



- Je verrijkt jouw woordenschat
- je herhaalt de ontkenning en leert nieuwe vormen
- Je oefent de spreekvaardigheid 
- Je leert Franse benamingen voor bepaalde beroepen

Slide 3 - Tekstslide

Intro: "La chasse", mots clés
nos ancêtres = onze voorouders
se nourrir = ...........................
des prédateurs = roofdieren
le permis = de vergunning
se balader = wandelen 
en paix = in vrede (=> vrouwelijk: la paix)
les sangliers = everzwijnen
gros dégats= grote schade

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Prononciation: Probeer eens uit te spreken!
"Le chasseur sachant chasser sans son chien est un bon chasseur"

Slide 6 - Tekstslide

La négation (de ontkenning)
De ontkenning in het Frans bestaat uit 2 delen:
"niet/ geen"= ne/ n'.......pas
Ne komt voor de persoonsvorm, pas komt erachter: 
"Je danse à l'école"> "Je ne danse pas à l'école"

Voor een klinker of een 'stomme h' verandert ne in n':
"Martin n'aime pas les spaghettis. "

Slide 7 - Tekstslide

Andere ontkenningen....
ne/ n'....... plus = niet meer, geen meer
ne/ n'....... jamais = nooit
ne/ n'....... rien = niets

bv: "Pauline ne veut jamais faire les devoirs"= Pauline wil nooit  HW maken

Slide 8 - Tekstslide

Let op:
* "C'est......." > Ce n'est pas ........
BV: "C'est drôle" (grappig) > Ce  n'est pas drôle

Opm.:
In de spreektaal laten veel Fransen het woordje ne weg
BV: "C'est pas grave" (Het is niet erg)

Slide 9 - Tekstslide

Ex. 13: Quel métier? 
p. 82
Prend l'arbre généalogique de la page 80, choisis 5 membres de la famille et imaginez un métier (beroep

Écris des phrases
Ex. Le père de Hugo, Hubert, est architecte.

Utilise un dictionnaire!

Slide 10 - Tekstslide

Compréhension des écrits
Lis les textes de Lingua.com et réponds aux questions

OU:

Prépare l'interrogation de demain

Slide 11 - Tekstslide

Au revoir!

Slide 12 - Tekstslide