K5 Elektriciteit & Magnetisme 1: magneten, relais, reedcontact

K5 Elektriciteit & Magnetisme 1
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

K5 Elektriciteit & Magnetisme 1

Slide 1 - Tekstslide

K5 Elektriciteit & Magnetisme 1
Basiswerking magneten
Relais
Reedcontact

Slide 2 - Tekstslide

Magnetisme

Slide 3 - Tekstslide

Hoe werkt een magneet?
Noordpool + Zuidpool

3 soorten metaal zijn magnetisch:
  • IJzer
  • Nikkel
  • Cobalt

Slide 4 - Tekstslide

Veldlijnen

Slide 5 - Tekstslide

Magneetveld
  • Veldlijnen lopen van de noordpool naar de zuidpool. Dit is de richting van het magnetisch veld
  • De hoeveelheid veldlijnen in de tekening is een maat hoe sterk het magneetveld is 

Slide 6 - Tekstslide

Je ziet drie afbeeldingen van de elektromagneet met twee veldlijnen.
In welke afbeelding zijn de richtingen van de veldlijnen juist getekend? (2023 tijdvak 1)
A
A
B
B
C
C

Slide 7 - Quizvraag

Uitleg magneten

Permanente magneet => Is altijd magnetisch

Elektromagneet => Door de spoel ontstaat een magnetisch veld




Relais = Schakelaar met een elektromagneet

Reedcontact = Schakelaar met een permanente magneet

Slide 8 - Tekstslide

Permanente magneten

Slide 9 - Tekstslide

Permanente magneten
Permanente magneet = Is altijd magnetisch

  1. Staafmagneet
  2. Naaldmagneet
  3. Hoefijzermagneet

Worden gebruikt in:
Dynamo's, kompassen, luidsprekers, harde schijven, 

Slide 10 - Tekstslide

Permanente magneten
Magneten die nooit hun kracht verliezen, noem je permanente magneten. Permanent betekent 'voor altijd'. Permanente magneten worden gemaakt van stoffen met magnetische eigenschappen. 

Slide 11 - Tekstslide

Permanente magneet

Slide 12 - Tekstslide

Schakelingen met een magneet

Slide 13 - Tekstslide

Reedcontact

Slide 14 - Tekstslide

Reedcontact
Een (permanente) magneet moet bij het reedcontact worden gehouden vóórdat de stroomkring gesloten kan worden. De palletjes worden aangetrokken door de magneet .

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit hoe de schakeling
ervoor zorgt dat de luidspreker
loeit als het raam opengaat.

Slide 16 - Open vraag

Hoe werkt een reedcontact?
A
door er stroom door te laten lopen
B
door de zijden tegen elkaar aan te drukken
C
door een magneet er bij te houden
D
door het reedcontact kapot te maken

Slide 17 - Quizvraag


37 Henk heeft in zijn bureau een beveiligde schuiflade gemaakt. Open je die lade, dan gaat er een zoemer af. Sluit je de lade, dan stopt de zoemer (figuur 22).
In de schakeling van Henk zit een reedcontact.
a Moet de magneet wel of niet bij het reedcontact zitten als de lade dicht is? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een reedcontact en een normale schakelaar?

Slide 19 - Open vraag

Relais
Woordt aangezet door een elektromagneet en heeft een:
Maakcontact
Breekcontact

Slide 20 - Tekstslide

Maakcontact
Is de relais aangesloten op het maakcontact is de stroomkring compleet; er kan stroom lopen
Lamp gaat aan

Slide 21 - Tekstslide

Breekcontact
Is de relais verbonden met het breekcontact is er geen complete stroomkringt; er kan geen stroom lopen. De verbinding is verbroken.
de lamp gaat uit

Slide 22 - Tekstslide

Relais

Slide 23 - Tekstslide

Het relais
Het relais is een schakelaar die wordt bediend door een elektromagneet
Een elektromagneet bestaat uit een spoel en een ijzeren kern.

Slide 24 - Tekstslide

Elektromagneet
Bestaat uit 2 onderdelen:
- Weekijzeren kern
- Spoel

Slide 25 - Tekstslide

Elektromagneet
Beide
Permanente magneet
Is altijd magneet
Heeft zuidpool
Heeft noordpool
Kun je aan- en uitzetten

Slide 26 - Sleepvraag

Hoe kan je een elektromagneet sterker maken?
A
meer metaal toevoegen
B
grotere stroom er door heen en meer koperdraad er om heen
C
dichter op de magneet houden
D
sneller bewegen

Slide 27 - Quizvraag

Een elektromagneet kun je aan- en uit zetten
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Een elektromagneet maak je met een...
A
zekering
B
spoel
C
kompas
D
spanning

Slide 29 - Quizvraag

een elektromagneet waarmee je schakelt
een opgerold stuk koperdraad
Een instrument met een vrij bewegende magneet
komt uit een batterij
een stuk ijzer dat magnetisch is
de spoel
het relais
de magneet
de stroom
het kompas

Slide 30 - Sleepvraag

Spanning opgewekt met een elektromagneet is altijd
A
wisselspanning
B
gelijkspanning

Slide 31 - Quizvraag

Je ziet hier 3 tekeningen van een draaibaar spoeltje tussen twee permanente magneten. Door het spoeltje gaat een stroom. Het spoeltje is een elektromagneet. De polen van de permanente magneten zijn aangegeven. De polen van de elektromagneet staan boven en onder het spoeltje. Geef met pijlen aan in welke richting de drie spoeltjes gaan draaien. 

Slide 32 - Sleepvraag

Elektromagneet & relais
De elektromagneet moet eerst aan staan doordat een elektrisch veld wordt opgewekt Er ontstaat dan een magnetisch veld. Dit trekt de veer/schakelaar aan waardoor deze naar het maakcontact toe gaat.
Gaat de elektromagneet uit verliest het een magnetisch veld. De veer/schakelaar wordt niet meer aangetrokken en veert terug naar het breekcontact => lamp uit

Slide 33 - Tekstslide

Als S1 wordt gesloten kan er een elektrische stroom lopen; er ontstaat een elektrisch veld. Hierdoor kan er in de elektromagneet een magnetisch veld ontstaan. Het blauwe contactpunt kan nu contact maken met de rest van de schakelaar (oranje omcirkeld) en een tweede stroomkring is gesloten.

Slide 34 - Tekstslide

Relais
Een kleine stroomkring zet een grote stroomkring aan.
Het is een automatische schakelaar

Slide 35 - Tekstslide

Relais
Er zijn dus 2 aparte stroomkringen

Slide 36 - Tekstslide

Meer weten over het relais? Check de lessonup "elektrische componenten 2"

Slide 37 - Tekstslide

Wat is een relais?
A
Een elektrische schakelaar
B
Een magnetische schakelaar
C
Een lichtschakelaar
D
Een drukschakelaar

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de functie van het relais?
A
Het relais meet de spanning
B
Het relais werkt als spanningsdeler
C
Het relais meet de stroomsterkte
D
Het relais werkt als schakelaar

Slide 39 - Quizvraag

In deze schakeling is het relais de.....
A
Sensor
B
Verwerker
C
Actuator

Slide 40 - Quizvraag