Kookles quizvragen

In welk product zitten GEEN eiwitten?
A
in kaas
B
in ei
C
in yoghurt
D
in suiker
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

In welk product zitten GEEN eiwitten?
A
in kaas
B
in ei
C
in yoghurt
D
in suiker

Slide 1 - Quizvraag

Slide 2 - Tekstslide

Kookles 29-08-2024

Slide 3 - Tekstslide

Goede vakantie gehad? 

Slide 4 - Tekstslide

Doel van de les
_Aan het einde van de les kan je een afspraak benoemen wat belangrijk is voor de veiligheid in de keuken.
__ Je kan vertellen welke snijplank je voor groente en fruit gebruikt.

Slide 5 - Tekstslide

Waar moet je op letten?
Hygiëne: handen wassen, schone tafel...
Veiligheid: werk rustig, let op elkaar, ga met respect om met de mensen/spullen in het lokaal
Samenwerking: goede taakverdeling en communicatie, 
prettige werksfeer

Slide 6 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?
kruisbesmetting
hygiëne
vegetarisch
suikervrij
glutenvrij


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is waar?
A
gele snijplank is voor kip
B
de blauwe snijplank is voor Vis
C
Rode snijplank is voor paprika

Slide 9 - Quizvraag

Als de kookles begint dan...
A
Lees ik het recept eerst
B
Dan maak ik de snijplanken schoon
C
Was ik mijn handen met water en zeep

Slide 10 - Quizvraag

Hoe heet dit voorwerp?
A
Een zif
B
een gaatjespan
C
Een tang
D
Een zeef

Slide 11 - Quizvraag

Waarmee was je groenten goed?
A
Alleen met water
B
Met water en zout
C
Met water en olie
D
Met water en suiker

Slide 12 - Quizvraag

Wat is 500 milliliter?
A
5 liter
B
50 milliliter
C
500 liter
D
een halve liter

Slide 13 - Quizvraag

Wat eet een vegetariër niet?
A
eten met zout
B
bonen
C
salades
D
vlees en vis

Slide 14 - Quizvraag

Je hebt gegeten: er liggen nog kleine etensresten op je bord. Wat doe je daarmee?
A
Die spoel je eraf met water.
B
Die veeg je eraf op het aanrecht
C
Die haal je eraf met papier en doe ze in het afvalbak
D
Die gaan met je bord in het afwaswater

Slide 15 - Quizvraag

Afwassen doe je in...
A
lauw water met een beetje afwasmiddel
B
kokend water met een beetje afwasmiddel
C
warm water met een beetje afwasmiddel
D
koud water met een beetje afwasmiddel

Slide 16 - Quizvraag

Wat doe je nadat je klaar bent?
A
Afval ruim je aan het einde op
B
afval op de snijplank laten liggen
C
afval direct in het afvalbakje

Slide 17 - Quizvraag

Het afwaswater stroomt niet weg door de afvoer. er is een verstopping...
A
doordat er teveel water doorheen moet
B
de afvoer kan nooit verstopt raken
C
doordat er afwasmiddel in de afvoer is terechtgekomen
D
doordat er etensresten in de afvoer zijn gekomen

Slide 18 - Quizvraag

Vlam in de pan
Wat doe je?

Slide 19 - Open vraag

Wat weet je over hygiëne in de keuken

Slide 20 - Woordweb

TGT- Te Gebruiken Tot.
A
het product na de datum kun je eten
B
na de genoemde datum dit product niet eten
C
na de datum invriezen mogelijk
D
altijd proeven voor gebruik

Slide 21 - Quizvraag

benoem een afspraak wat belangrijk is voor de veiligheid in de keuken.

Slide 22 - Woordweb

Afspraken in de keuken
-Handen wassen met zeep
-Goed onder je nagels schoonmaken
-Lange haren zitten vast
-Sierraden af
-Blijf bij het aanrecht
-Keuken schoon achterlaten

Slide 23 - Tekstslide