H4 - Spelling, voltooide en onvoltooide deelwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Vul de juiste werkwoordsvorm in

1. Tijdens de kerstmarkt ....... (verlichten) brandende toortsen de versierde straten. 
2. Ik ........ (rijden) net het schoolplein op, toen de schoolbel ........ (klinken). 
3. Wat is het overeenkomst en het verschil tussen de in te vullen werkwoorden?

Wat gaan we vandaag doen?

Eerste uur:

• Lezen - 15 min.
• H4 - werkwoordspelling - voltooide en onvoltooide deelwoorden.
• Zelf aan de slag

Wat gaan we vandaag doen?

Tweede uur:

• H5 - spelling - bijvoeglijke naamwoord
• Zelf aan de slag met opdrachten

Lezen in je leesboek

Doel

Je leert over het spellen van voltooide en onvoltooide deelwoorden zodat je ze herkent en zelf correct kunt gebruiken.

Voltooid (vd) en onvoltooid deelwoord (od)

Het voltooid deelwoord maakt (meestal) deel uit van het gezegde. Er staat altijd een vorm van hebben, zijn of worden in de zin.

Voltooid deelwoord (vd)	het is al gebeurd	De deur is geverfd.
Onvoltooid deelwoord (od)	het is nog gaande	Marie reist zeilend de wereld over.

Zo schrijf je het voltooid deelwoord (vd):

- Het voltooid deelwoord bij sterke werkwoorden eindigt vaak op -en.

Vb. Wij zijn te laat vertrokken. Jos had geld weggenomen.

- Het voltooid deelwoord bij zwakke werkwoorden eindigt meestal op -d of -t. De juiste letter bepaal je net als in de verleden tijd met 't ex-fokschaap.

Vb. Waar wordt het rioolwater geloosd? (vd van lozen)

De brandweer heeft het vuur geblust.

Zo schrijf je het onvoltooid deelwoord (od):

- Het onvoltooid deelwoord (od) is nog niet afgerond en schrijf je:

hele werkwoord (=infinitief) + d

Vb. zingen + d -> zingend (ov)

lachen + d -> lachend (ov) 

Zelf aan de slag!

Maak opdracht 1, 3 en 4 op blz. 126 en 127. 

Na 15 min. bespreken we de opdrachten klassikaal.

Klaar? Dan mag je lezen in je leesboek.

Antwoorden opdracht 1 - blz. 126

1 geboft                                                                     6 gemaaid

2 gegroeid                                                               7 geplukt

3 geharkt                                                                 8 gestaakt

4 geklopt                                                                 9 gevist

5 gekucht                                                             10 gezaagd                                                          

Antwoorden opdracht 3 - blz. 127

1 od – Vluchtend, vd – geraakt

2 od – tergend, vd – gewandeld

3 od – banend, od – zoekend

4 vd – opgehouden, vd – gemist

5 vd – gekneusd, od – steunend

6 od – hoestend, vd gerend

Antwoorden opdracht 4 - blz. 127

1 vd – ontkend

2 pvtt- bestelt

3 vd – omringd

4 vd – beloofd, pvtt – vertelt

5 vd – besteld, pvtt – betreurt

6 pvtt – bepaalt, vd – bestudeerd

... wat voltooide en onvoltooide deelwoorden zijn en hoe je ze correct spelt.

Je kunt / weet nu...

PAUZE!