1.1 Opbloei van handel en nijverheid in Vlaanderen

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Tekstslide

De lage landen
(1050-1700)
Kenmerkende aspecten
  1. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarische urbane samenleving
  2. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden


Leidende vraag:
Wat maakte de opkomst van een stedelijke burgerij in de Nederlandse gewesten mogelijk (1050-1302)?

Slide 2 - Tekstslide

Nederland bestaat in 1050 uit zelfstandige gewesten (graafschappen/hertogdommen). Leg uit hoe deze situatie in de vroege middeleeuwen is ontstaan?

Slide 3 - Open vraag

De lage landen 1050
  • Na het uiteenvallen van het Frankische rijk maakt Vlaanderen deel uit van West-Francië

  • Later van het Koninkrijk Frankrijk (987)

  • De lage landen op dat moment geen politieke eenheid

  • De gewesten bestaan uit zelfstandige hertogdommen/graafschappen (leenstelsel)

Slide 4 - Tekstslide

Vlaanderen
  1. Moerasachtig en bosrijk gebied
  2. Kustgebied > veel overstromingen
  3. Veel vruchtbare grond > grote graan opbrengst

  • Door opkomst steden (Antwerpen, Gent, Brugge) neemt de vraag naar voedsel toe.

Ontwikkelingen vroege middeleeuwen:
  • Grootschalige ontginning moerasgebied / ontbossing
  • Aanleggen dijken langs de kust
  • Ontwikkeling van een nieuwe ploeg
  • Tweeslagstelsel > drieslagstelsel

  • Bevolkingsgroei maakt nieuwe ontginning noodzakelijk
situatie vroege middeleeuwen

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit waarom deze grootschalige ontginning vooral op initiatief van edelen en kloosters waren.

Slide 6 - Open vraag

Vlaanderen
  • Door toename voedselproductie en bevolking, kon een deel van de bevolking zich op andere ambachten richten.

  • Ambachtslieden vestigen zich in nederzettingen/steden die regionale marktfunctie hadden.

  • Sinds Romeinse rijk amper gebruik meer van geld. Door opkomst van handelsnetwerken werden er weer meer munten geslagen.

  • Ontstaan van een monetaire economie (zowel in steden als op het platteland).
situatie late middeleeuwen
De monetaire economie zorgt voor nieuwe beroepen zoals de bankier. Vooral Italianen en Joden hielden zich hier mee bezig.

Slide 7 - Tekstslide

Vlaanderen
  • Door handel en nijverheid nam de verstedelijking toe.

  • Vlaanderen ontwikkelde zich van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving.



  • De stad bood voor iedereen kansen; arm, rijk of horigen

  • Steden hadden werklieden nodig, horigen die (illegaal) binnen de stad waren (aspirant-Poorter) werden beschermd door de stad.


situatie late middeleeuwen
"stadslucht maakt vrij'

Slide 8 - Tekstslide

Verstedelijking was zowel een voordeel als een nadeel voor edelen. Leg dit uit?

Slide 9 - Open vraag

Steden
Nieuwe afspraken tussen edelen en steden:
  1. Horigen die een 'jaar en een dag' in de stad verbleven werden vrij burgers.
  2. Om leegloop op platteland te voorkomen werden de plichten van horigen op het platteland verminderd.
  3. Privileges werden vastgelegd in stadsrechten (uitgegeven door de edelen).
Nieuwe afspraken

Slide 10 - Tekstslide

Zouden deze afspraken voordelig of nadelig zijn voor de adel?
A
Voordelig; door de stimulans van vrijheid stegen de belastinginkomsten van de edelen
B
Nadelig; alleen de macht van de steden groeide hiermee, de edelen verloren hier alleen maar op

Slide 11 - Quizvraag

Het uitgeven van privileges leverde zowel een voordeel op voor edelen als de stad. Welke?

Slide 12 - Open vraag

Homework
Lezen:
236 - 237

Maken:
2 en 3

Slide 13 - Tekstslide