SO H3 ordening 1TH

SO Thema 3: Ordening
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

SO Thema 3: Ordening

Slide 1 - Tekstslide

Lees dit eerst goed door
Je gaat zo meteen beginnen met het SO van biologie.
  • Lees de vragen goed. Afbeeldingen kun je groter maken door er op te klikken. 
  • Zorg dat je alle vragen maakt, klik pas op 'lever in' als je helemaal klaar bent.
  • Neem de tijd, maar zorg dat je voldoende tijd overhoudt voor de openvragen op het einde.
  • Dit is een open boek SO. Je mag dus je boek gebruiken bij het beantwoorden van je vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Veel succes!

Slide 3 - Tekstslide

Is de volgende bewering juist of onjuist?

Prokaryoten hebben geen celkern.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

De kruisspin uit de afbeelding is veelzijdig symmetrisch.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Is de volgende bewering juist of onjuist?

In de afbeelding geeft P een bloem aan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

De zeester in deze afbeelding
is tweezijdig symmetrisch
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

In deze afbeelding zie je 3 planten.
Van deze planten kan
alleen de varen zich
voortplanten door sporen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Bacteriën bestaan uit meerdere cellen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

De stekelhuidigen hebben een inwendig skelet van kalk.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Een kokkel (zie afbeelding) hoort tot de weekdieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

De juiste volgorde van indelingsniveaus, waarbij het eerste niveau de meeste diersoorten en het laatste niveau de minste diersoorten omvat, is
A
familie – geslacht – orde – klasse
B
geslacht – familie – orde – klasse
C
klasse – orde – familie – geslacht
D
orde – klasse – geslacht – familie

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de meest volledige definitie van een soort?
A
Een groep organismen die zich onderling kan voortplanten
B
Een groep organismen die te verdelen is in een aantal kleinere groepen
C
Een groep organismen die voor vruchtbare nakomelingen kan zorgen
D
Een groep organismen die een grote gelijkenis vertonen

Slide 13 - Quizvraag


In de afbeelding staat een aantal dieren. Hoewel ze even groot zijn getekend, verschillen de dieren in werkelijkheid sterk in grootte.

Welke van deze dieren zijn gewervelden?
A
Dier 3 & 6
B
Dier 2, 5 & 6
C
Dier 1, 3, & 5
D
Dier 2, 3, 5 & 6

Slide 14 - Quizvraag

In de afbeelding zijn een volwassen langpootmug en een emelt getekend. Een emelt is een larve van een langpootmug. Emelten leven vooral in vochtig grasland, twee tot drie centimeter onder de grond. Ze vreten jonge plantendelen aan.

Tot welke stam van het dierenrijk behoort een emelt?
A
Tot de geleedpotigen.
B
Tot de sponsdieren.
C
Tot de stekelhuidigen.
D
Tot de weekdieren.

Slide 15 - Quizvraag

Tot welke groep van het
dierenrijk behoort dit dier?
A
Tot de neteldieren
B
Tot de stekelhuidigen
C
Tot de weekdieren

Slide 16 - Quizvraag

Welk type skelet
heeft dit dier?
A
Een inwendig skelet
B
Een uitwendig skelet
C
Het dier heeft geen skelet

Slide 17 - Quizvraag

Hieronder staan twee beweringen van leerlingen.
Gijs: "Amfibieën zijn een groep van de gewervelden."
Stefan: "Alle amfibieën behoren tot dezelfde soort."

Wie doet of wie doen een juiste bewering?
A
Geen van beiden
B
Alleen Gijs
C
Alleen Stefan
D
Zowel Gijs als Stefan

Slide 18 - Quizvraag

Bij een bepaald rijk hebben de organismen de volgende kenmerken:
- Om de cellen zitten celwanden
- In elke cel zit een kern
- In de cellen komen geen bladgroenkorrels voor

Bij welk rijk hebben de organismen deze kenmerken?
A
Het rijk van de bacteriën
B
Het rijk van de dieren
C
Het rijk van de planten
D
Het rijk van de schimmels

Slide 19 - Quizvraag

Welke van de dieren in de afbeelding heeft een uitwendig skelet?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3
D
Nummer 4

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding en lees de tekst.

In de afbeelding zijn een Egyptische Mau en een Europese korthaar getekend. Deze twee katten behoren tot verschillende rassen.
Kunnen een Europese korthaar en een Egyptische Mau samen nakomelingen krijgen? Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Curaçao is een eiland in het Caribische gebied. Er komen veel bijzondere soorten planten en dieren voor. Het is bijvoorbeeld de thuishaven van de Dividi, de gebogen boom die een buiging lijkt te maken naar zijn publiek (zie afbeelding). De Dividi leunt altijd naar het westen vanwege de overheersende westenwinden. Hij kan 2-3 keer per jaar bloeien.

Uit welke informatie uit de tekst kun je afleiden dat de Dividi tot de zaadplanten hoort?

Slide 22 - Open vraag

Curaçao is een eiland in het Caribische gebied. Er komen veel bijzondere soorten planten en dieren voor.

In de zee rond Curaçao leven algen, die bij de planten worden gerekend. Welk kenmerk van de cellen van algen wordt gebruikt om ze tot de planten te rekenen?

Slide 23 - Open vraag

Varens kunnen zich voortplanten door middel van sporen.

Leg uit wat een spore is.

Slide 24 - Open vraag

Varens kunnen zich voortplanten door middel van sporen.

Waar zitten bij varens de sporen?

Slide 25 - Open vraag

Klaar!?
Controleer nog een keer of je echt iedere vraag hebt beantwoord. 

Check? Klik dan op "inleveren" en je toets is ingeleverd!


Slide 26 - Tekstslide

Einde van de toets

Slide 27 - Tekstslide