H3, grammatica , 1p, 13-01-2020

Welkom
Pak alvast je leesboek, boek, schrift en pen, dan kunnen we snel beginnen. 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Pak alvast je leesboek, boek, schrift en pen, dan kunnen we snel beginnen. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
12.35 - 12.45 -  Lezen in leesboek
12.45 - 12.50 - Wat weet je nog? (Grammatica; woordsoorten)
12.50 - 13.00 - Opdrachten bespreken (18, 19 en 20)
13.00 - 13.10 - Uitleg meerwerkend voorwerp (Grammatica; zinsdelen)
13.10 - 13.25  - Zelfstandig werken







Slide 2 - Tekstslide

Tien minuten lezen, in stilte.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog?

Welke vier woordsoorten van grammatica kennen we tot nu toe?

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten bespreken
Opdracht 20 op bladzijde 123.

Wie heeft deze opdracht geprobeerd te maken?

Slide 5 - Tekstslide

Welke zinsdelen van grammatica kennen we tot nu toe?
  • PV : ww in de zin dat verandert als je de zin in een andere tijd zet
  • WWG : alle werkwoorden in een zin
  • OW : wie/wat + gezegde?
  • LV : wie/wat + gezegde + ow?

Slide 6 - Tekstslide

Meewerkend voorwerp
MV : Aan wie/voor wie + gezegde + ow + lv?
Even oefenen:
Neem de zinnen over, zet streepjes tussen de zinsdelen. Noteer het wwg, ow, lv en mv. (Zit een zinsdeel er niet in? Zet dan een streepje)
1. De instructeur overhandigt het zwemdiploma aan Yasmine.
2. Davey showt zijn vriend zijn nieuwe schoenen.
3. Mijn vader heeft mijn broertje een speelgoedauto gegeven. 
4. De docent heeft gisteren heel veel huiswerk opgegeven. 

timer
8:00

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Wat? Maken 9,  12 en 13 (blz. 175)
Hoe? Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
Tijd? Je hebt hier tot het einde van de les de tijd voor
Hulp? Vraag je buurman/buurvrouw. Steek anders je hand omhoog, dan kom ik bij je.
Klaar? Maak opdracht 14 of ga lezen in je leesboek

timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Lesafsluiting
Morgen gaan we weer verder met het onderdeel grammatica zinsdelen.

Welke vraag moet je stellen om het meewerkend voorwerp te vinden?

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg zinsopbouw
Bij sommige werkwoorden moet je maar één basisvraag stellen. Bijvoorbeeld:
De hond slaapt.

Je kan niet vragen: Wat slaapt de hond? Je hoeft bij dit werkwoord maar één basisvraag te stellen. Wie slaapt? 

Bij sommige werkwoorden moet je de wie vraag stellen, maar kun je ook de wat vraag stellen.
Bijvoorbeeld:
Lisa zingt. Wat zingt Lisa? Lisa zingt een lied.
Klaas tekent. Wat tekent Klaas? Klaas tekent een hond. 

Slide 10 - Tekstslide

Samengevat
1. Een werkwoord waar je alleen een wie vraag bij moet stellen (Hij slaapt)
2. Een werkwoord waar je een wie & een wat vraag bij moet stellen. (De tuinman hakt de boom om)
3. Een werkwoord waar je een wie vraag bij moet stellen, maar ook een wat vraag bij kunt stellen. (Linda zingt, Linda zingt een lied) 

Noteer van deze werkwoorden de juiste soort. (maak een keuze uit 1, 2 of 3)
Wassen, zwemmen, opbellen, fietsen, wegsturen. 

Slide 11 - Tekstslide

Pauze

Slide 12 - Tekstslide

Raadgedicht

Raadgedicht
https://raadgedicht.nl/strafschopspecialist/


Slide 13 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Waar hebben we het de vorige les over gehad?

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten bespreken
Wat? Opdracht 15 en 16 blz. 69 en 70

- Je kijkt met een andere kleur pen na
- Verbeter je antwoord als deze fout is
- Zet een krul als je het antwoord goed hebt

Slide 15 - Tekstslide

Verhaal maken

Ik heb acht vrijwilligers nodig die voor het bord willen komen, deze leerlingen moeten in een rijtje staan. We gaan vandaag weer een verhaal maken. Deze keer gaan jullie niet omstebeurt een woord zeggen, maar word je aangewezen. Het kan zijn dat je dan een langer deel van een verhaal moet vertellen, wellicht een paar zinnen of slechts een woord.

De klas bepaalt of je af bent. Je bent af als je ehhhhh, het woord ervoor herhaalt of natuurlijk als je vloekt of scheldt in het verhaal. De klas moet dus goed opletten of dit niet gebeurt. 

Daarnaast bepaalt de klas het onderwerp van het verhaal. Het verhaal moet hier dus ook een beetje over blijven gaan (enkele uitwijkingen zijn in principe prima). 

Slide 16 - Tekstslide

Tien minuten lezen, in stilte.

Slide 17 - Tekstslide