TA6, 7.1.4. ww naar znw
1 / 15
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de werkwoorden in de zin?
Ik kan het liedje horen.
Slide 3 - Open vraag
Wat is het lidwoord in de zin?
Ik kan het liedje horen.
Slide 4 - Open vraag
Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin?
Ik kan het liedje horen.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Maak van het onderstreepte WW een zelfstandig naamwoord!
Slide 11 - Open vraag
Maak van het onderstreepte WW een zelfstandig naamwoord.
Het kind bleef maar huilen. Het................was overal te horen.
Het kind bleef maar huilen. Het................was overal te horen.
Slide 12 - Open vraag
Maak van het onderstreepte WW een zelfstandig naamwoord!
Slide 13 - Open vraag
Maak van het onderstreepte WW een zelfstandig naamwoord!
