Thema 7, week 1 Les 4 - van een werkwoord een zelfstandig naamwoord maken

Wat zijn de werkwoorden in de zin?
Ik kan het liedje horen.
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat zijn de werkwoorden in de zin?
Ik kan het liedje horen.

Slide 1 - Open vraag

Wat is het lidwoord in de zin?
Ik kan het liedje horen.

Slide 2 - Open vraag

Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin?
Ik kan het liedje horen.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

lesdoel
Ik kan een werkwoord omzetten in een zelfstandig naamwoord.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Maak van het onderstreepte WW een zelfstandig naamwoord!

Slide 9 - Open vraag

Maak van het onderstreepte WW een zelfstandig naamwoord!

Slide 10 - Open vraag

Maak van het onderstreepte WW een zelfstandig naamwoord!

Slide 11 - Open vraag

In welke zin is 'vormen'
een zelfstandig naamwoord
A
Ik vorm het deeg tot een bal.
B
Met je handen vorm je een kommetje.
C
De kleuter doet het zand in een vormpje

Slide 12 - Quizvraag

Maak van het werkwoord
een zelfstandig naamwoord

Selecteer drie films die je mooi vindt.
Mijn (selecteren) .................... bestaat uit:

A
het selecteren
B
selectie
C
geselecteer
D
selecteer

Slide 13 - Quizvraag

Maak van het werkwoord
een zelfstandig naamwoord

Welke film beveel jij aan?
Mijn (aanbevelen).................... voor een film is:
A
aanbeveling
B
het aanbevelen
C
bevel
D
beveling

Slide 14 - Quizvraag

Maak een zelfstandig naamwoord van:
springen

Slide 15 - Open vraag