Angststoornissen

Angststoornissen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DoelgroepenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Angststoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is angst?
Wat is jouw grootste angst?
Mijne: ik of iemand in mijn naaste omgeving ernstig ziek worden.
Programma
- AWR
- Lesdoelen
- Theorie angststoornissen
- Werken in subgroepen
- Afronding

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les kan je het verschil tussen angst en angststoornis toelichten
  • Aan het einde van de les kan je diverse angststoornissen benoemen
  • Aan het einde van de les kan je behandelmethoden voor angststoornissen benoemen


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitie angst
Angst is een gezonde emotie die je helpt te reageren op gevaar. Het is een signaal van je lichaam dat je in beweging moet komen om het gevaar te bestrijden of juist te ontlopen. 

 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Angststoornis
  • Angst ervaren zonder aanleiding
  • Serieuze symptomen die de kwaliteit van leven ernstig aantasten 
  • Doodgewone situaties vermijden
  • Angst beheerst je leven zodanig dat een normaal leven leiden moeilijk is
  • 1 op de 5 Nederlanders heeft last van een angststoornis of fobie. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt dat in ons 
brein?

Slide 6 - Tekstslide

Wetenschapper Paul MacLean
Je hersenen

Hoewel je twee hersenhelften hebt, bestaan je hersenen uit 3 delen:
 1) Het reptielenbrein( hypothalamus en hersenstam),
 2) het emotionele brein/zoogdierenbrein (limbische brein) 
 3) Het menselijk brein(de neocortex) 

De 3 delen waaruit je hersenen bestaan hebben allemaal een andere functie.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Het reptielenbrein

Het reptielenbrein is het kleinste en oudste deel van je hersenen.  Het reptielenbrein heeft controle over vitale lichaamsfuncties zoals je ademhaling, hartslag en bloedsomloop. In dit deel van je hersenen domineren instincten: voortplantingsdrang en overlevingsinstincten zoals voeding. Het reptielenbrein denkt niet na en onthoudt ook niets, het reageert instinctief en automatisch. Als zodanig functioneert dit brein buiten je bewuste controle. Hier regeert het wilde beest dat maar één missie heeft: overleven

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Het emotionele brein/zoogdierenbrein

Het zoogdierenbrein is het domein van je emoties. 
Het zoogdierenbrein helpt je op die manier om gedrag te herhalen dat gelukkig maakt (seks, lekker eten, lachen, knuffelen) en onplezierige ervaringen (pijn, verdriet en angst) te vermijden. Dit deel van het brein beloont ook sociaal gedrag door het vrijgeven van de neurotransmitter dopamine die je een goed gevoel geeft.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Het menselijk brein (de neocortex)

Dit is het jongste gedeelte van je brein. Het is vooral verantwoordelijk voor alle rationaliteit en nuchterheid. In dit deel van je hersenen maak je weloverwogen beslissingen, doe je kennis op, denk je logisch na en analyseer je problemen. Dit deel van je hersenen laat zich het beste omschrijven als je gezonde verstand.
Denken, redeneren, problemen oplossen, gebeurtenissen en feiten onthouden, toekomst en verleden kunnen onderscheiden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezond verstand versus instinct
Je zou denken dat het menselijk brein het meeste actief is. Toch meeste beslissingen op basis van emoties.
Je emotionele brein en reptielenbrein overheersen dus vaak je menselijk brein.

Je weet dat je niet in gevaar bent, maar toch ben je angstig!

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De loeiboei, de alarmcentrale
als hij gevaar bespeurt (een trigger) activeert hij een overlevingsstrategie

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fight: je verzetten, overcompenseren, bang maken, bluffen, dreigen, manipuleren, competiviteit, frustratie, woede.

Flight: Ervandoor gaan, je mentaal of fysiek afsluiten. De verbinding verbreken, dissociëren, paniek, angst, piekeren

Freeze: Bevriezen, verstijven, jezelf onzichtbaar maken, verstarren, verlammen, op tilt slaan, black-out, geen stem meer hebben.

Submit: slijmen, vriendelijk worden met je tegenstander, je uitsloven, stockholmsyndroom, passiviteit, apathie

Cry for Help: vastklampen, slachtofferschap, wanhoop, hulpeloosheid angst gerelateerde hulpeloosheid, chronische teleurstelling in jezelf. .

Slide 15 - Tekstslide

Submit en cry for help als je continu in de overlevingsmodus zit.
Hoe reageer jij bij stress?
Kom je in de fight, flight of freeze modus?
Bespreken in een duo.

5 minuten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij wie komt een angststoornis vaker voor?
2 antwoorden zijn juist
A
Mannen
B
Vrouwen
C
25 tot 44 jaar
D
10 tot 25 jaar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werken in subgroepen
Maak 5 Expertgroepen!
  • Per groep worden jullie expert in een onderwerp.
  • Zoek per onderwerp: Wat het is, de oorzaken, de kenmerken, behandeling. Iedereen schrijft het voor zichzelf op want je moet het straks delen met de andere groepen!
  • Iedereen krijgt in een groep een nummer en daarna gaan deze nummers bij elkaar zitten om zijn eigen kennis te delen.
Tijd: 15  minuten.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 soorten angststoornissen
Groep 1: Separatiestoornis + EMDR therapie
Groep 2: Sociale angststoornis + sociale vaardigheidstraining
Groep 3: Gegeneraliseerde angststoornis + Ontspanningsoefeningen
 Groep 4: Dysmorfofobie + Cognitieve gedragsstoornis
Groep 5: Straatvrees + behandeling exposure

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Expertgroepen
Alle studenten gaan elkaar opzoeken om eigen onderwerp te vertellen in de groep:
Alle studenten met nummer 1 bij elkaar...
Alle studenten met nummer 2 bij elkaar....
etc.

tijd: 15 minuten

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nabespreken

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Separatiestoornis

Extreem bang om gescheiden te worden van de persoon waaraan hij/zij zich het meest hecht
Kan pas op latere leeftijd vastgesteld worden
De persoon is van slag als hij/zij gescheiden wordt van belangrijke personen
Vermijd situaties waarin hij/zij alleen is
In een relatie zie je claimgedrag

Slide 22 - Tekstslide

Bij kleine kinderen zie je een natuurlijke vorm van separatieangst.
Gaandeweg de ontwikkeling moet dit verdwijnen.
Sociale angststoornis
Bang voor situaties waarin ze beoordeeld en afgekeurd kunnen worden
Liefst vermijden ze deze situaties door zich ziek te melden
Nemen weinig initiatief en plaatsen zichzelf op de achtergrond, presteren onder hun kunnen
Zijn erg onzeker en bang dat andere ze niet aardig vinden of om kritiek te krijgen / gepest / uitgelachten te worden.
Sociale contacten / bezigheden gaan ze liever uit de weg, hierdoor wordt de angst in stand gehouden.


Slide 23 - Tekstslide

 denk aan presenteren extreem spannend vinden
Gegeneraliseerde angststoornis
Overmatig bezorgd zijn
Kan maanden piekeren over nare dingen die kunnen gebeuren 
Door deze nare gedachtes is de persoon gespannen en rusteloos, er is altijd iets om over te piekeren
Deze mensen zijn snel vermoeid, hebben slechte concentratie, prikkelbaar en kampen met slaapproblemen 
Wordt ook wel paniekstoornis genoemd



Slide 24 - Tekstslide

zoals overlijden, ontslagen worden, ongeluk etc
Dysmorfofobie?

Slide 25 - Tekstslide

https://youtu.be/vf4Sigud3Pw
Dysmorfofobie
Hebben veel last van gedachten / onzekerheden over hun uiterlijk die nauwelijks te stoppen zijn
Je vindt jezelf of een bepaald onderdeel van je lichaam niet mooi
Je bent geobsedeerd door je uiterlijk, wat je dagelijks leven beïnvloed
Deze doelgroep raakt vaak sociaal geïsoleerd door hun angst

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Straatvrees
Angst voor openbare plekken, in verlegenheid te worden gebracht of niet terug kunnen keren naar huis.
Sociaal isolement / het huis niet meer uit durven kan hier een gevolg van zijn.
Je bent bang om je vertrouwde en veilige omgeving te verlaten. 
Een praatje met een (on)bekende zit er vaak niet in en je wil zo snel mogelijk weer naar huis. 
Je bent voortdurend op je hoede en dat kost veel energie.

Slide 27 - Tekstslide

Heet ook wel agorafobie
Separatiestoornis
Sociale angststoornis
Gegeneraliseerde angststoornis
Dysmorfofobie
Straatvrees
Angst voor openbare plekken
Bang dat mensen je niet aardig vinden of om gepest/ uitge-lachten te worden
Bang om gescheiden te worden van de persoon waaraan je het meest gehecht bent 
Overmatig bezorgd zijn / piekeren
Je bent geobsedeerd door je uiterlijk

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling
Exposure
EMDR therapie
Cognitieve gedragstherapie
Ontspanningsoefeningen
Sociale vaardigheidstraining

Slide 29 - Tekstslide

EMDR is een therapeutische behandelmethode die geregeld ingezet wordt om mensen te helpen die traumatische ervaringen hebben. Ook wordt het steeds vaker ingezet als therapie bij angsten

cognitieve gedragstherapie: leert je anders tegen problematische situaties aan te kijken en hoe je hier anders mee om kan gaan.
 

0

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke angststoornis in video? 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies