les 1 - 3.4

Plattegrond
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Plattegrond

Slide 1 - Tekstslide

Welkom
Wat moet je pakken?

Etui
Boek op blz. 167
Schrift 
Agenda
Rekenmachine

'Startopdracht' 

Opdracht 36 op blz. 167.




Slide 2 - Tekstslide

Welkom
Wat gaan we vandaag doen?
 
Huiswerk
Leerdoel
Uitleg
Aan de slag 
LessonUp


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Agenda:

Dinsdag 13 februari: 
opdracht 36 t/m 40 maken en nakijken van 3.4 op blz. 167

Slide 4 - Tekstslide

Wat ga je leren?
1. Je kunt rekenen met woordformules.

Slide 5 - Tekstslide

Woordformules 
Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.




Slide 6 - Tekstslide

Woordformules 
Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 


Slide 7 - Tekstslide

Woordformule
Verdiensten Lonneke: in een woordformule



Slide 8 - Tekstslide

Woordformule
Verdiensten Lonneke: in een woordformule
Inkomsten in € = 4 + 6  aantal uren
         



Slide 9 - Tekstslide

Woordformule
Verdiensten Lonneke: in een woordformule
Inkomsten in € = 4 + 6  aantal uren
         4 --> vast bedrag        



Slide 10 - Tekstslide

Woordformule
Verdiensten Lonneke: in een woordformule
Inkomsten in € = 4 + 6  aantal uren
         4 --> vast bedrag            6 --> bedrag per uur




Slide 11 - Tekstslide

Woordformules 
Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6 x aantal uren'


Slide 12 - Tekstslide

Woordformules 
Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6  aantal uren'

Verdiensten Lonneke na 3 uur:

Slide 13 - Tekstslide

Woordformules 
Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6  aantal uren'

Verdiensten Lonneke na 3 uur:  € 4 + € 6 x 3 = 

Slide 14 - Tekstslide

Woordformules 
Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6  aantal uren'

Verdiensten Lonneke na 3 uur:  € 4 + € 6 x 3 = €22   

Slide 15 - Tekstslide

Woordformules 
Lonneke: krijgt altijd € 4 voor het OV als zij naar haar werk gaat en daar verdient ze € 6 per uur als hulp bij de bakker.

In een 'woordformule': 'inkomen in € = 4 + 6  aantal uren'

Verdiensten Lonneke na 3 uur:  € 4 + € 6 x 3 = €22   
                                           Let op de rekenvolgorde! 

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?    opdracht 36 t/m 40 op blz. 167
Hoe?    fluisteren
Hulp?   overleg of steek je vinger op
Tijd?     10 minuten
Klaar?  steek 3 vingers op

+ 18 t/m 22  op blz. 15
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
Wat?    opdracht 36 t/m 40 op blz. 167
Hoe?    stil
Hulp?   steek je vinger op
Tijd?     5 minuten
Klaar?  steek 3 vingers op

+ 18 t/m 22  op blz. 15
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het vaste bedrag?
kosten = 5 + 3 aantal uren

Slide 19 - Open vraag

Wat is het bedrag per uur?
kosten = 5 + 3 aantal uren

Slide 20 - Open vraag

Hoeveel kost het als je 4 uur werkt?
kosten = 5 + 3 aantal uren

Slide 21 - Open vraag

Wat is het bedrag per uur?
kosten = 7 aantal uren + 10

Slide 22 - Open vraag

Wat is het vaste bedrag?
kosten = 7 aantal uren + 10

Slide 23 - Open vraag

Hoeveel het het als je 3 uur werkt?
kosten = 7 aantal uren + 10

Slide 24 - Open vraag

Bedenk zelf een vraag over deze paragraaf.

Slide 25 - Open vraag

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 26 - Open vraag

Wat vond je van deze paragraaf?
Moeilijk
Beetje moeilijk
Beetje makkelijk
Makkelijk

Slide 27 - Poll

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Slide 29 - Video