Studielessenreeks klas 1

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het doel van een 
agenda en studeerplanner?

Slide 2 - Tekstslide

Agenda & studeerplanner
Doel van het gebruik: Het geeft overzicht en je leert plannen
Agenda: 
  • Wanneer vindt iets plaats?
  • Wat moet af zijn? 
Studeerplanner: 
  • Wanneer ga je voor een vak maak- of leerwerk doen, zodat je het op tijd afkrijgt?
  • Hoe lang doe je over elk vak?

Slide 3 - Tekstslide

Zorg dat je de hele lijst deze week zelf opschrijft

Slide 4 - Tekstslide

Aardrijkskunde ak 
Biologie bi
Drama dr
Engels en
Frans fa
Geschiedenis gs
Grieks gr
ICT ict
Latijn la



Lichamelijke Opvoeding lo
Mentoruur me
Muziek mu
Nederlands ne
Project pro
Rekenen rek
Tekenen te
TIO tio
Wiskunde wi

Slide 5 - Tekstslide

Huiswerk noteren
  • Schrijven op school doe je altijd met blauwe of zwarte pen
  • Je docent geeft je op het bord of scherm het huiswerk op

Voorbeeld: Wat zou het volgende kunnen betekenen?
Do 5e
AK: 4.1: m 1,2,3 l:vulkanisme 




Slide 6 - Tekstslide

                                                                                                             VOORBEELD

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Huiswerk mentoruur
Ma 27 aug - me - 1e

  • Huiswerk overzichtelijk  noteren (agenda) inplannen (planner) voor week 35 

Slide 9 - Tekstslide

Les 2: Wat is het doel van een agenda en studeerplanner?


Les 2 week 35
(Nodig hexagram, 1 schaar per duo)

Slide 10 - Tekstslide

Hexagram
  • Bij het gebruiken van de agenda gebruik je allerlei vaardigheden.
  • We maken een puzzel waarbij je vaardigheden gebruikt die je óók nodig hebt bij het maken van huiswerk.

Slide 11 - Tekstslide

                         Welke vaardigheden gebruikt de       dirigent tegelijkertijd?

Slide 12 - Tekstslide

Voorbereiding
  • Werk in duo's.
  • Eén van jullie knipt de stukjes los.
  • Wacht als je klaar bent op de opdracht

Slide 13 - Tekstslide

Resultaat
  • Werk in duo's.
  • Puzzel met zijn tweeën net zo lang tot je dit figuur hebt.
  • Bedenk als je klaar bent minstens 3 vaardigheden die je hebt gebruikt

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
Welke vaardigheden heb je gebruikt om de afbeelding na te maken?

Slide 15 - Tekstslide

Vaardigheden planning maken en uitvoeren 

  • Beginnen 
  • Doorzetten 
  • Doelgericht werken 
  • Aandacht erbij houden 
  • Onthouden 
  • Emoties beheersen  
  • Omgaan met frustratie  
  • … 

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het doel van een agenda en studeerplanner?

  • Overzicht hebben!
  • Huiswerk op orde hebben
  • We gaan dus in de volgende opdracht de agenda op orde brengen voor deze week (week 35)

Slide 17 - Tekstslide

Kleurcodes
Privéactiviteit: blauw
Toetsen: oranje
Verslagen/presentaties: geel
Huiswerk: niet markeren

Klaar?
Markeer met groen (over oranje, geel of blauw heen)

Slide 18 - Tekstslide

Kleurcodes
Privéactiviteit: blauw
Toetsen: oranje
Verslagen/presentaties: geel
Huiswerk: niet markeren

Klaar?
Markeer met groen (over oranje, geel of blauw heen)
Opdracht:
Werk je agenda bij voor week 35 en /of 36 en markeer alles met de juiste kleur. 


Slide 19 - Tekstslide

LES 3 (mentorles  w#36)
planning maken en uitvoeren

Slide 20 - Tekstslide

Hoe gaat het met huiswerk en plannen?
Steek je hand op:
  1. Wie schrijft het huiswerk bondig op?
  2. Wie vult zijn planner goed in?
  3. Wie gebruikt de markers?

Geef als je de beurt krijgt klassikaal een tip hoe je het bovenstaande aan kunt pakken. 


Slide 21 - Tekstslide

Vorige keer: Vaardigheden planning maken en uitvoeren 
  • Beginnen 
  • Doorzetten 
  • Doelgericht werken 
  • Aandacht erbij houden 
  • Onthouden 
  • Emoties beheersen  
  • Omgaan met frustratie  
  • ....
  • Bedenk voor de komende week één vaardigheid waarin je jezelf kunt verbeteren om beter om te gaan met agendabeheer en/of plannen. Let daar ook op!

Slide 22 - Tekstslide

Hoe voer je een planning goed uit?
Verdeel je werk in porties. 

30 woordjes Latijn leren gaat niet in één keer. Doe dat 3x 15 minuten i.p.v. 45 minuten achter elkaar. 

Slide 23 - Tekstslide

Planning maken en uitvoeren: Warming up.
Begin met iets makkelijks. Je hersens hebben tijd nodig om geactiveerd te worden en geconcentreerd te raken (wel 15 minuten!)

Slide 24 - Tekstslide

Planning maken en uitvoeren: Afwisselen!

Slide 25 - Tekstslide

Pauze= belangrijk…niet overdrijven.. Pauze mag je rekenen bij je huiswerktijd. Na 30 minuten houd je altijd 5 minuten pauze. Maar nooit langer dan 10 minuten.

Slide 26 - Tekstslide

Focus is belangrijk om je tijd zo effectief mogelijk te besteden

Als je met teveel verschillende zaken bezig bent (muziek opzetten, op je telefoon kijken, praten, leren) doe je langer over een taak, en sla je het niet goed op!

Wie gebruikt de telefoon bij het huiswerk maken? Vraag iemand desnoods de telefoon te bewaren als je huiswerk maakt.


Slide 27 - Tekstslide

Oefening 
Het verschil tussen focus en géén focus. Efficiënt en niet-efficiënt.
Instructie:
  • Noteer onder elkaar 5x "huiswerk maken". Je buur telt hoeveel seconden dit duurt.
  • Werk nu verticaal. Begin met de letter h, dan de letter u, dan de letter i.  Je buur telt weer.
  • Welke duurt langer? 

Slide 28 - Tekstslide

Opbrengst
Als je gefocust iets doet (zoals horizontaal schrijven), hoef je minder na te denken en gaat het meer van zelf. 

Als je iets niet-gefocust doet moet je telkens weer nadenken en opstarten en kost het meer moeite.

Als je tijdens huiswerk maken teveel afleiders hebt, heeft het hetzelfde effect als niet geautomatiseerd werken.

Slide 29 - Tekstslide

LES 4
Mindset

Slide 30 - Tekstslide

Fixed mindset

Vanuit de vaste mindset geloof je dat iedereen met een vast genenpakketje op de wereld is gezet en dat het vaststaat waar je goed of slecht in bent. Je kunt dus niet veel aan jezelf veranderen.
Growth mindset

Mensen met een groeimindset gaan ervan uit dat iedereen anders is, maar dat je nooit kunt weten wat iemand kan bereiken door uitdagingen aan te gaan, niet op te geven of hard te werken. Iedereen kan zich ontwikkelen.

Slide 31 - Tekstslide

Opdracht: Bekijk het filmpje in de volgende sheet
Welke mindset heeft deze jongen? Hoe kan je dat merken?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Welke mindset heeft deze jongen? Hoe kan je dat merken?
  • Hij heeft een growth mindset! Hij blijft proberen totdat het lukt, ondankt dat het wel eens fout gaat. 

Slide 34 - Tekstslide

Wat zijn volgens jou de voordelen van een growth mindset bij het leren?

Slide 35 - Open vraag

Vast                

Slide 36 - Tekstslide

Noteer drie niet-helpende gedachten die je wel eens hebt.

Slide 37 - Open vraag

Noteer drie helpende gedachten die je wel eens hebt.

Slide 38 - Open vraag

Niet-helpende gedachten
De gedachten horen bij een vast mindset en zullen je niet snel verder helpen in je ontwikkeling. Toch kunnen ze voorkomen, maar wees je er bewust van: zo kun je ze veranderen.
Helpende gedachten
Deze gedachten horen bij de growth mindset. Als je vaak dit soort gedachten hebt, zal dit je helpen bij het positief leren. 
Pas op!
Teveel niet-helpende gedachten zorgen ervoor dat je niet meer verder gaat. Je komt dan in de kuil niet meer over het muurtje om weer omhoog te kunnen klimmen!!
Spring!
Spring naar de helpende gedachten als je in niet-helpende gedachten komt. Vul het blad "leerkuil 1" in om te kijken welke gedachten vaak bij jou opkomen, en welke gedachten je jezelf zou willen aanleren om jezelf te helpen.

Slide 39 - Tekstslide

Opdracht:
Vul jouw persoonlijke leerkuil in. 

  1. Aan de linkerkant vul je minimaal één niet-helpende gedachte in die je hebt. Aan de rechterkant zet je helpende gedachten neer die je hebt.  
  2. Noteer minimaal één zin uit het hokje "gereedschap" uit het voorbeeld op je eigen plan.
  3. Schrijf minstens twee helpende gedachten bij notities in je agenda in de week waarop je de toetsvoorbereiding start.

Slide 40 - Tekstslide