12.5 Oplossing afronden + herhaling

H12: inhoud
 H12.5 oplossingen afronden
Formules, vergelijkingen en terug rekenen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H12: inhoud
 H12.5 oplossingen afronden
Formules, vergelijkingen en terug rekenen

Slide 1 - Tekstslide

§5 Oplossingen afronden
In §5 ga je het volgende leren:

  •  je kunt oplossing afronden afhankelijk van de situatie.
Dit betekent dat je voor vergelijkingen moet afronden. Of je naar beneden of naar boven afrond hangt af van de situatie.

Slide 2 - Tekstslide

Schrijf deze formule korter:
Tijd in dagen x 2 + 5 = Aantal rotte appels

Slide 3 - Woordweb

Henkie wil weten hoeveel rotte appels er zullen zijn met deze formule.


Bereken hoeveel rotte appels Henkie heeft na 6 dagen.
Tijd in dagen x 2 + 5 = Aantal rotte appels

Slide 4 - Open vraag

Maak de zinnen af.


Met de pijlenketting van Henkie reken ik de ... (a)... uit.
Met de omgekeerde pijlenketting reken ik de ... (b)... uit.
Tijd in dagen x 2 + 5 = Aantal rotte appels
A
a: Tijd in dagen b: Aantal rotte appels
B
a: Aantal rotte appels b: Aantal rotte appels
C
a: Aantal rotte appels b: Tijd in dagen
D
a: Tijd in dagen b: Tijd in dagen

Slide 5 - Quizvraag

Gebruik de omgekeerde pijlenketting om te berekenen hoeveel dagen het duurt om 23 rotte appels te hebben.

Tijd in dagen x 2 + 5 = Aantal rotte appels

Slide 6 - Open vraag

Als we 5.174 afronden op 1 en op 2 decimalen krijgen we ?
A
5,1 en 5,17
B
5,2 en 5,17
C
5,2 en 5,18
D
5,0 en 5,17

Slide 7 - Quizvraag

Als we 9,894 afronden op 1 en 2 decimalen krijgen we ?
A
9,9 en 9,90
B
9,8 en 9,90
C
9,9 en 9,89
D
Mand

Slide 8 - Quizvraag

Hiernaast zie je een formule met daaronder
een pijlenketting.
Neem de pijlenketting over en vul in
wat er boven de pijlen komt te staan.
Maak een foto en lever deze in.

Slide 9 - Open vraag

Wanneer zijn twee formules gelijk?
A
Als de conclusies gelijk zijn.
B
Als de pijlenkettingen gelijk zijn.
C
Als de maan door de bomen schijnt.
D
Als je een pijlenketting kunt maken.

Slide 10 - Quizvraag

Controleer of de volgende twee formules gelijk zijn met pijlenkettingen.

A   t x 5 + 55 = m
B   55 x t + 5 = m  

Slide 11 - Open vraag

Geef de omgekeerde
pijlenketting bij de
pijlenketting hiernaast.

Slide 12 - Open vraag

Geef de omgekeerde pijlenketting
bij de pijlenketting hiernaast.

Slide 13 - Open vraag

Geef de pijlenketting en
omgekeerde pijlenketting
bij de formule hiernaast.


Slide 14 - Open vraag

12.5 Oplossing afronden
Regelmatig zal een de oplossing van een vergelijking een geheel aantal zijn, terwijl het antwoord een kommagetal is.
Je moet dan afronden. 
Of je naar boven of naar beneden naar een geheel getal afrond is afhankelijk van de vraag. 

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Ik wil tot €320,- sparen. Ik heb al €100,- en elke maand doe ik er nog eens €30,- bij. Hoeveel maanden moet sparen om tot  €320,- te komen?
Eerst de formule en vergelijking maken. 
Formule: a x 30 + 100 = b
  1. Vergelijking maken:
  2. Stap 1  
  3. Stap 2
  4. Stap 3     

 

De oplossing is 7,3 maanden. Om op €350,- uit te komen moet ik naar boven afronden, dus ik moet 8 maanden sparen.

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Ik ga naar het schoolfeest en neem mee €15,- mee. Entree kost €5,- en elk consumptie kost 1,50. Hoeveel consumpties kan ik nog kopen?


  1. Vergelijking maken:
  2. Stap 1  
  3. Stap 2
  4. Stap 3     

 

De oplossing is 6,66.. drankjes. Ik kan geen 6,66 drankje kopen. Ik moet naar beneden afronden. Dus ik kan maximaal 6 drankjes kopen.

Slide 17 - Tekstslide

Ik trakteer voor mijn verjaardagen (grote) kipnuggets.
Ik heb 100 nuggets te verdelen. De acht docenten krijgen elk een nugget. De rest verdeel ik over mijn 22 klasgenoten. Welke leerling heeft de correcte vergelijking gemaakt?
A
Alle drie zijn correct
B
Anouk
C
Sharon
D
Frenk

Slide 18 - Quizvraag

De correcte vergelijking is
8 + 22 x a = 100
Los nu op m.b.v. een pijlenketting en omgekeerde pijlenketting hoeveel kipnuggets elk klasgenoot zal krijgen.
Maak een foto en lever in.

Slide 19 - Open vraag


A
Alle twee zijn correct.
B
A
C
B
D
Geen een is correct.

Slide 20 - Quizvraag

De correcte vergelijking is
75 + 16 x a = 499
Los nu op m.b.v. een pijlenketting en omgekeerde pijlenketting hoeveel Andrea moet werken om de laptop te kunnen kopen.
Maak een foto en lever in.

Slide 21 - Open vraag

Einde uitleg
- Ga aan de slag met paragraaf 5

Slide 22 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 23 - Tekstslide