WI 1T P5 - H12.5 Oplossing afronden

H12 - Vergelijkingen
WI 1T P5 Week2
H12.4 - Vergelijking oplossen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H12 - Vergelijkingen
WI 1T P5 Week2
H12.4 - Vergelijking oplossen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen W1
12.1 Werken met formules
Ik kan van een woordformule een letterformule maken door woorden te vervangen met letters.
Ik kan een pijlenketting bij een formule maken.

12.2 Gelijke formules
Ik kan controleren of formules gelijk zijn door pijlenkettingen bij de formules te maken.


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen W2
12.3 Pijlenketting omkeren
Ik kan een omgekeerde pijlenketting maken door alleen de pijlen te draaien en door alleen de bewerkingen te veranderen.

12.4 Vergelijking oplossen
Ik kan een vergelijking opstellen uit een verhaal.
Ik kan een vergelijking oplossen m.b.v. omgekeerde pijlenketting.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen W3
12.5 Oplossing afronden
Ik kan oplossing afronden afhankelijk van de situatie.


Slide 4 - Tekstslide

Schrijf deze formule korter:
Tijd_in_dagen x 2 + 5 = Aantal_rotte_appels

Slide 5 - Woordweb

Henkie wil weten hoeveel rotte appels er zullen zijn met deze formule.


Bereken hoeveel rotte appels Henkie heeft na 6 dagen.
Tijd_in_dagen x 2 + 5 = Aantal_rotte_appels

Slide 6 - Open vraag

Hieronder zie je de formule van Henkie nog een keer.


Geef de pijlenketting en omgekeerde pijlenketting bij de formule als deze korter is geschreven.
Tijd_in_dagen x 2 + 5 = Aantal_rotte_appels

Slide 7 - Open vraag

Maak de zinnen af.


Met de pijlenketting van Henkie reken ik de ... (a)... uit.
Met de omgekeerde pijlenketting reken ik de ... (b)... uit.
Tijd_in_dagen x 2 + 5 = Aantal_rotte_appels
A
a: Tijd_in_dagen b: Aantal_rotte_appels
B
a: Aantal_rotte_appels b: Aantal_rotte_appels
C
a: Aantal_rotte_appels b: Tijd_in_dagen
D
a: Tijd_in_dagen b: Tijd_in_dagen

Slide 8 - Quizvraag

Gebruik de omgekeerde pijlenketting om te berekenen hoeveel dagen het duurt het duurt om 23 rotte appels te hebben.

Tijd_in_dagen x 2 + 5 = Aantal_rotte_appels

Slide 9 - Open vraag

Gebruik de omgekeerde pijlenketting om te berekenen hoeveel dagen het duurt het duurt om 45 rotte appels te hebben.

Tijd_in_dagen x 2 + 5 = Aantal_rotte_appels

Slide 10 - Open vraag

Hiernaast zie je een formule met daaronder
een pijlenketting.
Neem de pijlenketting over en vul in
wat er boven de pijlen komt te staan.
Maak een foto en lever deze in.

Slide 11 - Open vraag

Wanneer zijn twee formules gelijk?
A
Als de conclusies gelijk zijn.
B
Als de pijlenkettingen gelijk zijn.
C
Als de maan door de bomen schijnt.
D
Als je een pijlenketting kunt maken.

Slide 12 - Quizvraag

Controleer of de volgende twee formules gelijk zijn met pijlenkettingen.

A   t x 5 + 55 = m
B   55 x t + 5 = m  

Slide 13 - Open vraag

Geef de omgekeerde
pijlenketting bij de
pijlenketting hiernaast.

Slide 14 - Open vraag

Geef de omgekeerde pijlenketting
bij de pijlenketting hiernaast.

Slide 15 - Open vraag

Geef de pijlenketting en
omgekeerde pijlenketting
bij de formule hiernaast.


Slide 16 - Open vraag

12.5 Oplossing afronden
Regelmatig zal een de oplossing van een vergelijking een geheel aantal zijn, terwijl het antwoord een kommagetal is.
Je moet dan afronden. 
Of je naar boven of naar beneden naar een geheel getal afrond is afhankelijk van de vraag. 

Slide 17 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Ik wil tot €320,- sparen. Ik heb al €100,- en elke maand doe ik er nog eens €30,- bij. Hoeveel maanden moet sparen om tot  €320,- te komen?
Eerst de formule en vergelijking maken. 
Formule: a x 30 + 100 = b
  1. Vergelijking maken:
  2. Stap 1  
  3. Stap 2
  4. Stap 3     

 

De oplossing is 7,3 maanden. Om op €350,- uit te komen moet ik naar boven afronden, dus ik moet 8 maanden sparen.

Slide 18 - Tekstslide

Voorbeeld 2
Ik ga naar het schoolfeest en neem mee €15,- mee. Entree kost €5,- en elk consumptie kost 1,50. Hoeveel consumpties kan ik nog kopen?


  1. Vergelijking maken:
  2. Stap 1  
  3. Stap 2
  4. Stap 3     

 

De oplossing is 6,66.. drankjes. Ik kan geen 6,66 drankje kopen. Ik moet naar beneden afronden. Dus ik kan maximaal 6 drankjes kopen.

Slide 19 - Tekstslide

Ik tracteer voor mijn verjaardagen (grote) kipnuggets.
Ik heb 100 nuggets te verdelen. De acht docenten krijgen elk een nugget. De rest verdeel ik over mijn 22 klasgenoten. Welke leerling heeft de correcte vergelijking gemaakt?
A
Alle drie zijn correct
B
Anouk
C
Sharon
D
Frenk

Slide 20 - Quizvraag

De correcte vergelijking is
8 + 22 x a = 100
Los nu op m.b.v. een pijlenketting en omgekeerde pijlenketting hoeveel kipnuggets elk klasgenoot zal krijgen.
Maak een foto en lever in.

Slide 21 - Open vraag


A
Alle twee zijn correct.
B
A
C
B
D
Geen een is correct.

Slide 22 - Quizvraag

De correcte vergelijking is
75 + 16 x a = 499
Los nu op m.b.v. een pijlenketting en omgekeerde pijlenketting hoeveel Andrea moet werken om de laptop te kunnen kopen.
Maak een foto en lever in.

Slide 23 - Open vraag

Enquete Leerdoelen
Geef in de volgende slides aan hoe je er voor staat bij de afgelopen leerdoelen.

Slide 24 - Tekstslide

Ik kan van een woordformule een letterformule maken door woorden te vervangen met letters.

😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik kan een pijlenketting bij een formule maken.

😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik kan controleren of formules gelijk zijn door pijlenkettingen bij de formules te maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik kan een omgekeerde pijlenketting maken door alleen de pijlen te draaien en door alleen de bewerkingen te veranderen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Ik kan een vergelijking opstellen uit een verhaal.

😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Ik kan een vergelijking oplossen m.b.v. omgekeerde pijlenketting.
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Ik kan oplossing afronden afhankelijk van de situatie.

😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Zelfstandig werken
Je hebt gewerkt aan de voorbereiding van 12.4
Ga nu aan de slag met 12.4
Kijk dit na en lever in in showbie.

Slide 32 - Tekstslide