trappen van vergelijking bkgth1

Trappen van vergelijking
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de trappen van vergelijking?
Degrees of comparison

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Spot
Brownie

Slide 5 - Tekstslide

Basisregel

- Vergrotende trap: woord +  -er
- Overtreffende trap: woord + -est
old
older
oldest

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Practice!

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
Tall?
A
taller-tallst
B
taller-tallest
C
more tall-most tall
D
tallier-talliest

Slide 10 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?
A
bigger - biggest
B
more big - most big
C
biger - bigest
D
bigier - bigiest

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
easy?
A
easier - easiest
B
more easy - most easy
C
easyer - easyest
D
easyr - easyst

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
famous?
A
famouser- famousest
B
more famous- most famous
C
famousser - famoussest
D
more famouser - most famousest

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
incredible?
A
incredibler- incrediblest
B
more incredibler - most incrediblest
C
incredibleer - incredibleest
D
more incredible - most incredible

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
important?
A
importanter -importantest
B
more important - most important
C
more importanter - most importantest
D
importantly - importantliest

Slide 15 - Quizvraag

Trappen van vergelijking:
Our sauna at home is ... (hot) than the sauna in this wellness.

Slide 16 - Open vraag

Trappen van vergelijking: This is the... (nice) class.

Slide 17 - Open vraag

What is your (funny) ...... subject at school?

Slide 18 - Open vraag

Welk rijtje is juist?
A
Good - Better -the Best
B
Good - Gooder - Goodest
C
Beautiful - Beautifuler - Beautifulest
D
Small - More small - Most small

Slide 19 - Quizvraag

Welk rijtje klopt niet?
A
nice - nicer - the nicest
B
happy - happier - the happiest
C
bad - badder -the baddest
D
beautiful - more beautiful - the most beautiful

Slide 20 - Quizvraag

That group is _____ the other group.
A
the more serious
B
the most serious
C
more serious than
D
most serious than

Slide 21 - Quizvraag

My sister has a ___ room than I have.
A
big
B
bigger
C
biggest
D
more bigger

Slide 22 - Quizvraag

I drive ___ than my husband.
A
safe
B
safer
C
safest
D
most safe

Slide 23 - Quizvraag

The teacher likes to have the ___ talks.
A
dull
B
duller
C
dullest

Slide 24 - Quizvraag

It is _____ than ever to find good football players.
A
more difficult
B
difficulter
C
most difficult
D
difficultest

Slide 25 - Quizvraag

Who is the (good) .... football player in the world?
A
better
B
gooder
C
goodest
D
best

Slide 26 - Quizvraag

The ... (little) you can do is study for the tests.
A
leasest
B
least
C
littlest
D
less

Slide 27 - Quizvraag

What is your ... (bad) subject at school?
A
badder
B
worse
C
worst
D
baddest

Slide 28 - Quizvraag

Vertaal de zinnen in het Engels:
Tom is sterker dan Tim.

Slide 29 - Open vraag

Engels is interessanter dan Duits. ( German)

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Ik snap alles van de trappen van vergelijking
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Slide 33 - Tekstslide