In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 4 Opfrissen kennis
Redoxreacties - Scheikunde
Slide 1 - Tekstslide
Hoe goed kun je zoutformules opstellen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 2 - Poll
Hoe goed ken jij de formules van de ionen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
nitrietion
acetaation
ammoniumion
hydroxide‑ion
fosfaation
carbonaation
NO3-
SO42-
CO32-
PO43-
OH-
NH4+
CH3COO-
NO2-
nitraation
sulfaation
Slide 4 - Sleepvraag
Wat is een reductor?
A
een deeltje dat elektronen opneemt
B
een deeltje dat elektronen afstaat
C
een deeltje dat H+ opneemt
D
een deeltje dat H+ afstaat
Slide 5 - Quizvraag
Wat is de sterkste reductor?
A
Al
B
Fe²⁺
C
Cu
D
Au
Slide 6 - Quizvraag
Welke van de onderstaande stoffen is een reductor? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Cu
B
Zn
C
Cl⁻
D
Cu⁺
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de sterkste oxidator?
A
Br₂
B
Al³⁺
C
Pb²⁺
D
Ag⁺
Slide 8 - Quizvraag
Welke van de onderstaande stoffen is een oxidator? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Fe
B
Fe²⁺
C
I⁻
D
Cl₂
Slide 9 - Quizvraag
Is het een oxidator, reductor of beide, sleep naar het juiste blok
timer
3:00
Oxidator
Oxidator & Reductor
Reductor
Ba
Al3+
Se
S2-
H+
Fe2+
Cu+
Zn
Slide 10 - Sleepvraag
Wat zie je hier?
A
oxidatoren
B
reductoren
C
redoxkoppel
D
halfreactie
Slide 11 - Quizvraag
oxidatoren: Ag⁺ - Co²⁺ - Pb²⁺ a. Zet de bovenstaande oxidatoren op volgorde met SEP (V0) b. benoem de geconjugeerde reductoren van deze oxidatoren
Slide 12 - Open vraag
Deze reactie is een...
A
Totaalreactie
B
Halfreactie (reductor)
C
Zuur-basereactie
D
Halfreactie (oxidator)
Slide 13 - Quizvraag
Zijn dit wel of geen redoxreacties, sleep naar het juiste blok.
timer
3:00
Redoxreactie
GEEN Redoxreactie
2 Al + Br2 --> 2 AlBr3
HCN + OH- --> CN- + H2O
BaCl2 --> Ba2+ + 2 Cl-
2 HCl + Mg --> H2 + Mg2+
HCl + OH- --> H2O +Cl-
Fe + 3 Ag+ --> Fe3+ + 3 Ag
Slide 14 - Sleepvraag
Hoe kun je de volgende halfreactie kloppend maken?
A
met e⁻ en H⁺ en H₂O
B
met 2e⁻ en 3H⁺ en 6H₂O
C
met 2e⁻ en 6H⁺ en 3H₂O
D
met 6e⁻ en 6H⁺ en 3H₂O
Slide 15 - Quizvraag
In buis A: koper(I)chloride wordt aan joodwater toegevoegd. In buis B: jood wordt aan een oplossing van koper(II)chloride toegevoegd. Bij welke buis treedt een reactie op?
A
buis A
B
buis B
C
buis A en B
D
geen van beiden
Slide 16 - Quizvraag
Stel de redoxreactie op van: Al (s) + ZnCl₂-oplossing
Slide 17 - Open vraag
Alle verbrandingsreacties zijn redoxreacties. Welke van de volgende uitspraken is waar met betrekking tot verbrandingsreacties en zuurstof ?
A
Bij een verbrandingsreactie fungeert zuurstof als reductor.
B
Bij een verbrandingsreactie fungeert zuurstof als oxidator.
C
Bij een verbrandingsreactie wordt zuurstof omgezet in water.
D
Bij een verbrandingsreactie wordt zuurstof omgezet in koolstofdioxide.