Révision Ch 2 Hv1A havo

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

timer
0:30
Wat weet je nog over regelmatige werkwoorden in -er?

Slide 5 - Woordweb

Wat is de stam van de regelmatige werkwoorden op -er ?
A
het hele werkwoord - er
B
het hele werkwoord + er
C
de helft van het hele werkwoord
D
de laatste letter van het hele werkwoord weghalen

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de stam van het werkwoord 'chercher'?
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat zijn de uitgangen? Welke ezelsbruggetje kan jij gebruiken?
timer
0:30

Slide 10 - Open vraag

timer
0:30
Wat weet jij nog over de ontkenning?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

De ontkenning ne ... pas zet je om:
A
na de persoon
B
de persoonsvorm

Slide 15 - Quizvraag

Ils (aider) ............. les clients?
A
aidons
B
aide
C
aidez
D
aident

Slide 16 - Quizvraag

Nous (demander) ..............l'addition?
timer
0:25

Slide 17 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Amandine aime les frites.
A
Amandine
B
aime
C
les
D
frites

Slide 18 - Quizvraag

Il (parler)..........au serveur.
Welke is juist?
A
parlons
B
parles
C
parle
D
parlent

Slide 19 - Quizvraag

On regarde les prix.
Welke ontkenning is juist?
A
On ne pas regarde le prix.
B
On regarde ne pas le prix.
C
On regarde le prix ne pas.
D
On ne regarde pas le prix.

Slide 20 - Quizvraag

C'est une bonne crêpe.
Welk ontkenning is juist?
A
Ce ne est pas une bonne crêpe.
B
C'est ne pas une bonne crêpe.
C
Ce n'est pas une bonne crêpe.
D
C n'est pas une bonne crêpe.

Slide 21 - Quizvraag

timer
1:00
le café
la crêpe
le lait
le légume
le thé
le poisson
la viande

Slide 22 - Sleepvraag

Slide 23 - Tekstslide

Wat vond jij makkelijk/ moeilijk? En waarom?

Slide 24 - Open vraag

Ben je voor de toets voorbereid? Waarom?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide