In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is actief kiesrecht
A
Het recht om gekozen te worden
B
Je stem uitbrengen door naar een stemlokaal te gaan
C
Het recht om te stemmen
D
Je stem digitaal uitbrengen
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een lijsttrekker
A
Voorzitter van de tweede kamer
B
De politiek leider van een partij
C
Ontwerper van de verkiezingsposter
D
De persoon van een politieke partij die het langst lid is van deze partij
Slide 3 - Quizvraag
Wat staat er in een partijprogramma
A
Een tijdsbalk voor de komende verkiezingen
B
De leden van een partij
C
TV programma over politieke partijen
D
Een document van een politiek partij, waarin plannen en standpunten staan
Slide 4 - Quizvraag
https:
Slide 5 - Link
Wat weet je over ......
De Regering
Het Kabinet
De Eerste Kamer
De Tweede Kamer
Het Parlement
De Coalitie
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Video
In de politiek worden veel beloftes gemaakt maar wordt er niet zoveel waar gemaakt
Waar
Niet waar
Slide 8 - Poll
Verkiezingen
Na verkiezingen wordt een regering gevormd.
In onze democratie is nooit een partij alleen aan de macht. Er wordt een coalitie gemaakt.
Een coalitie is een verbond van twee of meer partijen. Leden van deze coalitie vormen het kabinet.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Begrippen
De regering bestaat uit de Koning en de ministers.
Een minister is een persoon die politiek verantwoordelijk is voor een bepaald onderdeel, zoals onderwijs, de economie of gezondheidszorg.
Als partijen willen samenwerken en het eens zijn over het vormen van een regering ( coalitie), schrijven ze op wat hun doelen zijn voor de komende jaren. Dit heet een regeerakkoord.
Slide 11 - Tekstslide
Kabinet
Het kabinet bestaat uit ministers en staats- secretarissen.
Een staatssecretaris is een soort onderminister. Deze helpt de minister.
Het kabinet maakt wetten en voert het overheidsbeleid uit.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Video
Hoe zit het in elkaar
Het volk wordt vertegenwoordigd in de Eerste en Tweede Kamer. Zij controleren de regering.
De Eerste en de Tweede Kamer heten samen een parlement. Ze vormen de Staten-Generaal.