Beeldaspect Textuur en Structuur

Beeldaspect Textuur en Structuur

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandvaardigheidMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Beeldaspect Textuur en Structuur

Slide 1 - Tekstslide

Structuur
Structuur is de wijze waarop iets is opgebouwd uit kleinere delen. Structuur vind je in de samenstelling van vormen en materialen. Andere woorden voor structuur zijn: opbouw, samenstelling of ordening.

Slide 2 - Tekstslide

Structuursoorten

Structuren zijn soms makkelijk te benoemen, hout heeft bijvoorbeeld een duidelijke structuur van jaarringen en vezels.


Maar soms is het lastig. De structuur van materialen als glas, metaal en kunststof is zo dicht op elkaar gepakt dat je het met het blote oog niet kunt zien. Een aantal voorbeelden van structuren zijn:

Slide 3 - Tekstslide

Natuurlijke Structuren
Natuurlijke structuren, zoals het  skelet van mens of dier, bladnerven, kristallen, enz.

Slide 4 - Tekstslide

Door de mens gemaakte structuren
Door de mens gemaakte structuren, zoals vlechtstructuren, stapelstructuren, bouwconstructies, enz.

Slide 5 - Tekstslide

Regelmatige structuren
Regelmatige structuren, waarbij alle onderdelen dezelfde vorm hebben en op een regelmatige manier zijn samengesteld.

Slide 6 - Tekstslide

Onregelmatige structuren
Onregelmatige structuren, waarbij de onderdelen verschillende vormen hebben of van verschillende grootte zijn en op een onregelmatige manier zijn samengesteld.

Slide 7 - Tekstslide

Structuuropbouw
Structuren kunnen uit verschillende vormen zijn opgebouwd, zoals: lijntjes, rondjes, stipjes, korreltjes, kruimels, vezels, enz. En deze vormen kunnen in een structuur op verschillende manieren zijn opgebouwd, zoals: gelaagd, gestapeld, geschakeld, geweven, enz.

Slide 8 - Tekstslide

TEXTUUR
Is het oppervlak van materiaal, ook wel huid of oppervlaktestructuur genoemd. Om de textuur van een materiaal te benoemen kun je er naar kijken, maar beter werkt het om het oppervlak te voelen. Zo kun je verschillende texturen onderscheiden, zoals: glad, ruw, stekelig, vezelig, bobbelig, korrelig, harig, schilferig, enz.

Slide 9 - Tekstslide

Grove en fijne textuur
De bobbelige textuur van een grindtegel is veel grover dan de fijne textuur van kattenharen.

Slide 10 - Tekstslide

Regelmatige of onregelmatige textuur
Als de deeltjes in een textuur even groot zijn, en steeds op dezelfde manier herhaald worden, spreek je van een regelmatige textuur; bijvoorbeeld in een rieten mandje. Maar een stuk boomschors bijvoorbeeld heeft een toevallige, onregelmatige textuur.

Slide 11 - Tekstslide

Profiel
Aan het oppervlak van bepaalde materialen worden speciale eisen gesteld. Het oppervlak van een autoband mag op een glad wegdek niet wegslippen. De groeven in de zolen van sport- of wandelschoenen moeten wegglijden voorkomen. De textuur in het handvat van gereedschap biedt houvast. Een dergelijke harde textuur met een speciaal patroon noem je een profiel.

Slide 12 - Tekstslide

Stofuitdrukking
Stofuitdrukking is een term uit de schilderkunst die aangeeft hoe het oppervlak van een voorwerp of de textuur van een materiaal is afgebeeld. Denk bijvoorbeeld aan de glans op een metalen kan, de doorzichtigheid van glas, de zachte haartjes van fluweel of de huid van een gezicht. Sommige schilders proberen dit zo realistisch mogelijk te doen. In de 17e eeuw schilderde men bijvoorbeeld zo veel verschillende voorwerpen in een stilleven om te laten zien hoe goed men wel niet was in het namaken van de echte materialen.

Slide 13 - Tekstslide