In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Herhaling H1
Slide 1 - Tekstslide
Wanneer liet Willem II de grondwet van Nederland wijzigen?
Slide 2 - Open vraag
Waarom liet hij de grondwet wijzigen?
Slide 3 - Open vraag
Hoe heette de man die de grondwet wijzigde?
Slide 4 - Open vraag
In de nieuwe grondwet stond iets over ministeriële verantwoordelijkheid. Wat is dat?
Slide 5 - Open vraag
Ook stond er iets in over klassieke grondrechten. Probeer er 4 te noemen.
Slide 6 - Open vraag
Burgers worden door grondrechten beschermd. Tegen wie worden ze beschermd?
Slide 7 - Open vraag
Er zijn drie verschillende machten in het bestuur. Welke drie machten zijn dat?
Slide 8 - Open vraag
examenvragen
Slide 9 - Tekstslide
Koning Willem II was eerst tegen democratische hervormingen. Maar in 1848 veranderde hij plotseling van mening. Hij gaf opdracht tot het schrijven van een meer democratische grondwet.
Geef een reden waardoor de koning van mening veranderde.
Slide 10 - Open vraag
Hieronder staan drie beweringen over klassieke grondrechten in de Grondwet van 1848: 1 Dankzij deze klassieke grondrechten werd het mogelijk een nieuw staatshoofd te kiezen. (Staatshoofd is de koning(in))
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Hieronder staan drie beweringen over klassieke grondrechten in de Grondwet van 1848: 2 Een voorbeeld van een klassiek grondrecht is de vrijheid van onderwijs.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Hieronder staan drie beweringen over klassieke grondrechten in de Grondwet van 1848: Klassieke grondrechten bieden bescherming tegen onderdrukking door de overheid.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Op de munt ontbreekt een deel van de naam van een koning. Welke naam hoort op deze munt te staan?
A
Willem I, Koning der Nederlanden
B
Willem II, Koning der Nederlanden
C
Willem III, Koning der Nederlanden
Slide 15 - Quizvraag
-In 1848 gaf koning Willem II opdracht om de grondwet te wijzigen. Maar hij had er wel moeite mee. Waarom had de koning moeite met de grondwetswijziging? omdat zijn politieke macht hierdoor: