Herhaling hoofdstuk 1 NaSk

Herhaling hoofdstuk 1 NaSk
- Verschillende stoffen
- Wat zijn stofeigenschappen?
- Massa & volume (omrekenen)
- Dichtheid
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Herhaling hoofdstuk 1 NaSk
- Verschillende stoffen
- Wat zijn stofeigenschappen?
- Massa & volume (omrekenen)
- Dichtheid

Slide 1 - Tekstslide

Stoffen
Een stof is iets wat je kunt waarnemen en wat aparte eigenschappen heeft.
 Stofeigenschappen:
- Geur
- Kleur
- Smaak
- Brandbaarheid

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geen stof?
A
Water
B
Televisie
C
Glas
D
Katoen

Slide 3 - Quizvraag

Is het slim om meteen stoffen te onderscheiden met de stofeigenschap? Waarom wel/niet?

Slide 4 - Open vraag

Wat is wel een stofeigenschap?
A
Massa
B
Volume
C
Dichtheid
D
Gewicht

Slide 5 - Quizvraag

Zuivere stoffen en mengsels
- Stoffen kunnen uit maar 1 deel bestaan, maar kunnen ook uit een aantal deeltjes bestaan
- Als het uit 1 deel bestaat, is het een zuivere stof
- Als het uit meerdere deeltjes bestaat, is het een mengsel
- Water is bijvoorbeeld een mengsel, omdat er veel mineralen in opgelost zitten

Slide 6 - Tekstslide

Noem minstens
3 voorbeelden
van zuivere stoffen

Slide 7 - Woordweb

Noem minstens
3 voorbeelden
van mengsels

Slide 8 - Woordweb

Mengels
Er zijn verschillende soorten mengsels:
- Mengsels waarbij 2 vaste stoffen bij elkaar zitten
- Mengsels waarbij een vaste stof in een vloeistof zit (zoals modder) --> Suspensie
- Mengsels waarbij een vaste stof opgelost zit in water (zoals ranja)
--> Oplossing

Slide 9 - Tekstslide

Kraanwater is...
A
Een zuivere stof
B
Een suspensie
C
Een oplossing

Slide 10 - Quizvraag

Zand in water...
A
Een zuivere stof
B
Een suspensie
C
Een oplossing

Slide 11 - Quizvraag

Massa & Volume
- Massa en volume zijn beide eenheden, iets wat je gebruikt om iets te meten
- Het zijn dus geen stofeigenschappen!
- Massa gebruik je om een stof te wegen, hiervoor gebruik je
 -gram
GEBRUIK VOOR HET OEFENEN VAN OMREKENEN DE DOCUMENTEN IN TEAMS


Slide 12 - Tekstslide

Volume
Volume gebruik  je in twee situaties:
1. Om de hoeveelheid vloeistof te meten in -liter
2. Om de ruimte van een voorwerp te bepalen in kubieke -meter (m3)
Dit zijn beide vormen van volumen, omdat 1 liter water precies in 1 kubieke decimeter past. Je kan liter en kubieke meter dus ook in elkaar omrekenen. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel milligram is 2,35 decagram?

Slide 14 - Open vraag

Hoeveel hectometer is 3500 decimeter?

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel liter past er in 4,67 kubieke meter?

Slide 16 - Open vraag

Hoeveel kubieke centimeter neemt 0,0347 hectoliter in beslag?

Slide 17 - Open vraag

Dichtheid
- Dichtheid is een stofeigenschap
- Dichtheid geeft aan welke stof zwaarder is bij een gelijke hoeveelheid
- Je rekent het uit door massa door volume te delen
- Dichtheid = massa/volume
- Dichtheid word uitgedrukt in g/cm3 (Gram per kubieke centimeter)

Slide 18 - Tekstslide

Een blok hout is 23 kubieke centimeter groot en weegt 523 gram. Wat is de dichtheid van dit soort hout?

Slide 19 - Open vraag

Een ander blok hout is 28 decimeter groot en weeg 3 kilo. Wat is de dichtheid van dit blok hout?

Slide 20 - Open vraag

Een oplossing van water met zand van 2 liter weegt 2,5 kilo. Wat is de dichtheid in gram/cm3(of ml)?

Slide 21 - Open vraag

Wat kan je nu nog doen?
- Begrippenlijst schrijven
- Samenvatting schrijven
- Omrekenen oefenen op http://www.reken-taal.be/rekenen/conversies.htm (link kopiëren en plakken)
- Test jezelf maken via methodesite 

Slide 22 - Tekstslide