Literaturgeschichte: Biedermeier und Junges Deutschland

1 / 29
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Video

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Vormärz
-Ursprung Wort
-Wichtige Dichter: Georg Büchner 1813-1837
                                      Heinrich Heine 1797-1856
-Viel Aufmerksamkeit für Märchen und Volksgeschichten und man legte Wert auf häusliche Gemütlichkeit
- Bürgerei und Proletariat kriegte mehr politischen Einfluss
- Zeit der technischen Erneuerung, Industrialisierung und Wachstum einer neuen Geldwirtschaft.

Slide 5 - Tekstslide

Vormärz
- Österreichischer Fürst Metternich: Restauration und strenge Zensur an Universitäten und Studentenvereine strenge Kontrolle
- Opposition: Wartburgfest 1817: die radikalen Studenten wollten eine Demokratie mit Pressefreiheit und Meinungsfreiheit

Slide 6 - Tekstslide

Symbole gegen Unterdrückung
1 Die heutige Deutsche Flagge (schwarz-rot-gold)
Gedicht Ferdinand Freiligrath 1848 London: In Kümmernis und Dunkelheit 
2 Das Volkslied von August Heinrich Hoffmann von Fallersleben,
später Musik von Robert Schumann 1848

Slide 7 - Tekstslide

Vormärz
- 1848: Märzrevolution Berlin
- Junges Deutschland: junge Generation Schreiber
- Fabriksproletariat: Filosoph Karl Marx - Kommunistisches Manifest und Wirtschaftler Friedrich Engels (Die Leuten hatten kaum Rechte und hatten wenig Mittel verfügbar) - Arbeiter sollten sich vereinigen und es gäbe eine standeslose Gesellschaft und Produktionsmittel würden verteilt werden.

Slide 8 - Tekstslide

Literatur
- das Biedermeier: zurückgezogen in eigenem Hause, keine politische oder gesellschaftliche Debatte
- Namen: Annette Droste- Hülshoff (1797-1848)und Eduard Mörike (1804-1875)
Franz Grillparzer (1792-1872) und Adalbert Stifter (1805-1868)
- Junges Deutschland: Aufruf zur Revolution, Änderung der Gesellschaft, Ideen der Französischen Revolution fortgesetzt
- Namen: Ludolf Wienbarg

- Heinrich Heine: Die Loreley
- Georg Büchner: Woyzeck

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Wer sind in dem Gedicht " Die schlesischen Weber" 'wir'?
A
Alle, die an den Umständen schuldig sind, in denen die Weber leben müssen.
B
Die schlesischen Weber selbst.
C
Die Dichter, die sich um das Schicksal der schlesischen Weber kümmern.

Slide 25 - Quizvraag

Wie worden er verantwoordelijke gehouden voor de ellende van de wevers? Waarom?

Slide 26 - Open vraag

Voor wie of wat is het doodskleed, waarvan in de eerste en laatste strofe sprake is, bedoeld?

Slide 27 - Open vraag

Waar staat het weven van het doodskleed symbool voor, denk je?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide