THEORIE Biedermeier und Junges Deutschland

1 / 17
volgende
Slide 1: Video
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Slide 2 - Tekstslide

Biedermeier - ein Lebensgefühl
-bürgerlicher Lebensstil UND literarische Epoche

-Betonung des Privaten, Rückzug ins Häusliche

-Gegenbewegung zum Jungen Deutschland

-Keine Darstellung sozialer Missstände oder Revolution

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Heinrich Heine
Romantische Ironie am Anfang (Die Loreley), später
Politisierung der Literatur, in Heinrich Heines Gedichten:
-Aufruf zum politischen Handeln, kritisch
- Wichtigster Mann der Strömung
Zensur und Flucht nach Frankreich

Slide 9 - Tekstslide

Literatur
- das Biedermeier: zurückgezogen in eigenem Hause, man legte Wert auf häusliche Gemütlichkeit. Keine politische oder gesellschaftliche Debatte
- Namen: Annette Droste- Hülshoff und Eduard Mörike

- Junges Deutschland: Aufruf zur Revolution, Änderung der Gesellschaft, Ideen der Französischen Revolution wurden fortgesetzt
- Namen: 
                          Heinrich Heine: Die schlesischen Weber
                          Georg Büchner: Woyzeck

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Tekstslide

Wer sind in dem Gedicht " Die schlesischen Weber" 'wir'?
A
Die Dichter, die das geschrieben haben
B
Die schlesischen Weber selbst.

Slide 13 - Quizvraag

Wie worden er verantwoordelijk gehouden voor de ellende van de wevers?
A
God
B
Koning en vaderland
C
God en de koning
D
God, koning en vaderland

Slide 14 - Quizvraag

Voor wie of wat is het doodskleed, waarvan in de eerste en laatste strofe sprake is, bedoeld?
A
voor het buitenland
B
voor het nieuwe Duitsland
C
voor het oude Duitsland
D
voor de rijken

Slide 15 - Quizvraag

Waar staat het weven van het doodskleed symbool voor, denk je?
A
voor de begrafenis
B
voor de teruggetrokkenheid
C
voor de revolutie, voor de opstand
D
geen symbool

Slide 16 - Quizvraag

Fragen über  das Gedicht
Bitte beantworten.
Vergleiche beide gedichten miteinander.

Slide 17 - Tekstslide