Startrekenen VO 2F H6 - les 4

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen vorige les
Aan het eind van deze les heb/ kun je op de rekenmachine:

  • De rekenregels toepassen;
  • Een breuk omrekenen naar een decimaal getal;
  • Uitkomst op de rekenmachine afronden.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
Aan het einde van de les:

- Ken je de rekenregels van; haakjeswegwerken, machtsverheffen en worteltrekken, vermenigvuldigen en delen en optellen en aftrekken
- Kun je met een rekenmachine een opgave met meerdere bewerkingen uitvoeren. 
- Kun je een rekenmachine gebruiken om met grote getallen en decimale getallen te rekenen 
- Kun je met een rekenmachine een breuk omrekenen naar een decimaal getal. 
- Kun je de uitkomst van een berekening afronden. 

Heb je de toets van H5 gemaakt. 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling rekenregels

  1. haakjes wegwerken 
  2. machtsverheffen en worteltrekken 
  3. Vermenigvuldigen en delen 
  4. optellen en aftrekken 

Slide 4 - Tekstslide

Rekenregel 1- haakjes wegwerken
Staan er haakjes in de opgave?
Reken eerst de opgave die tussen de haakjes staat uit. 

6x (34-18)= 

(34 - 18) = 16                            6 x 16 = 96

Slide 5 - Tekstslide

Rekenregel 2 - machtsverheffen en worteltrekken

Worteltrekken  
het omgekeerde van machtsverheffen
dus:     16 = 4 want 4 x 4 = 16


Slide 6 - Tekstslide

Rekenregel 2 - machtsverheffen en worteltrekken
Staan er machten in de opgave? Reken dan deze machten uit. Staan er wortels in de opgave? Reken dan deze wortels uit. 

Machtsverheffen
= getal vermenigvuldigen met zichzelf
dus: 42  = 4 x 4 = 16

Slide 7 - Tekstslide

Rekenregel 3- vermenigvuldigen en delen 
Voer deze bewerkingen uit van links naar rechts (in de volgorde waarin ze staan). 

56: (12-5)= 
1. Eerst de haakjes wegwerken 12-5 = 7
2. Nieuwe som wordt 56:7= 8

Slide 8 - Tekstslide

Rekenregel 4- optellen en aftrekken
Voer deze bewerkingen uit van links naar rechts (in de volgorde waarin ze staan). 

54 + 30 : 6 = 

1. 30:6 = 5 (vermenigvuldigen en delen eerst) 
2. 54 +5  = 59

Slide 9 - Tekstslide

rekenmachine gebruiken
Breuk omrekenen naar decimaal (kommagetal). 

Schrijf je breuk op als een deling 7/8 is hetzelfde als 7 : 8 = 0,875
Reken dit uit op de rekenmachine. 
                                                                        

Slide 10 - Tekstslide

rekenmachine gebruiken
Rekenen met de rekenmachine (grote getallen en decimale getallen). 

Even oefenen: 
12,63 -7,89 = 
55.000-42.387=



  1. reken uit op de rekenmachine

Slide 11 - Tekstslide

afronden in de praktijk

Hoe zit het ook al weer met afronden?

Slide 12 - Tekstslide

Rond af op een 1 decimaal:
22,74

Slide 13 - Open vraag

Rond af op een 1 decimaal:
475,698

Slide 14 - Open vraag

Rond af op een 2 decimalen:
475,698

Slide 15 - Open vraag

Rond af op een 2 decimalen:
18,321

Slide 16 - Open vraag

Toets maken H5
Je mag een rekenmachine gebruiken.
Vergeet de berekening niet op te schrijven!!! 
Succes!

Slide 17 - Tekstslide