Tandwielen

Natuur en Techniek
onderzoeksweek
Biezenkring
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolGroep 4,5,7

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Natuur en Techniek
onderzoeksweek
Biezenkring

Slide 1 - Tekstslide



kurkentrekker        ijsschep         handmixer                    fiets
Wat hebben deze voorwerpen met elkaar te maken?

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn dit

Slide 3 - Woordweb

Tandwielen
Een tandwiel noemen we een tandwiel, omdat het een soort wieltje is dat kan draaien en waar uitsteeksels aan zitten, die we tanden noemen. 
Een tandwiel is dus een wiel met tanden!


Slide 4 - Tekstslide

Tandwielen
Doordat de ketting beweegt, gaat het achterste tandwiel ook draaien. 
Dit tandwiel zorgt ervoor dat je achterwiel gaat draaien. 
Zo kom je vooruit! 
De ketting zorgt er dus voor dat de beweging van de ene plek, naar de andere plek verplaatst wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Tandwielen
*  wieltje 
*  uitsteeksels 
*  tanden



Slide 6 - Tekstslide

Tandwielen die even groot zijn, draaien even snel.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

1. De trappers zitten vast aan een tandwiel. 
2. De tanden van het tandwiel grijpen in de gaatjes van de ketting. 
5. Als de ketting draait, gaat ook het achterwiel draaien.
En draait je achterwiel, dan draait je voorwiel vanzelf mee.
Je fietst!
4. Ook in je achterwiel zit een tandwiel.
Dit tandwiel grijpt ook in de gaatjes van de ketting. 
3. Draai je de trappers rond? 
Dan draaien ook het tandwiel en de ketting. 

Slide 8 - Tekstslide

Grijpen twee tandwielen in elkaar, dan draaien ze ieder een andere richting op.
Tandwiel 1 draait sneller dan tandwiel 2. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

filmpje 


versnellingen van de fiets door gebruik van tandwielen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video