4TL 8.4 Afvalstoffen

8.1 Bloed
8.2 Bloed stroomt 
8.3 Rond je cellen
8.4 Afvalstoffen
8.5 Doping en drugs
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

8.1 Bloed
8.2 Bloed stroomt 
8.3 Rond je cellen
8.4 Afvalstoffen
8.5 Doping en drugs

Slide 1 - Tekstslide

Op welke plek in je lichaam komt de lymfe weer in je bloed terecht?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen en uitleggen waarvoor dat is. 
  2. Je kunt de functies van de lever beschrijven.
  3. Je kunt de bouw en werking van de nieren beschrijven. 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke organen afvalstoffen uit je bloed halen.
  2. Je kunt de werking van de lever uitleggen.
  3. Je kunt de werking van de nieren uitleggen. 
  4. Je kunt uitleggen hoe een kunstnier werkt. 

Slide 4 - Tekstslide

Uitscheidingsorganen
Door verbranding en andere processen in het lichaam ontstaan afvalstoffen. 

De afvalstoffen komen in het bloed terecht.
Het bloed verandert daardoor de hele tijd van samenstelling.

Het lichaam wil het liefst de samenstelling van het bloed zoveel mogelijk gelijk (constant) houden. De uitscheidingsorganen helpen hierbij.

Slide 5 - Tekstslide

Pieter rent een rondje in het park. 's Avonds zit hij Netflix te kijken op de bank. Wanneer komen er meer afvalstoffen van verbranding vrij?
A
Als Pieter een rondje rent
B
Als Pieter thuis op de bank netflix zit te kijken.

Slide 6 - Quizvraag

Welke afvalstoffen komen vrij bij verbranding?

Slide 7 - Open vraag

Welk uitscheidingsorgaan zorgt ervoor dat koolstofdioxide ons lichaam kan verlaten?
A
Lever
B
Huid
C
Nieren
D
Longen

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke organen afvalstoffen uit je bloed halen.
  2. Je kunt de werking van de lever uitleggen.
  3. Je kunt de werking van de nieren uitleggen. 
  4. Je kunt uitleggen hoe een kunstnier werkt. 

Slide 9 - Tekstslide

Welke taken heeft de lever?
1. De lever zorgt voor afbreken en omzetten van stoffen.

2. De lever maakt stoffen.

3. De lever slaat stoffen op. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

1. Omzetten en afbreken van stoffen door de lever
1. Giftige stoffen afbreken, zoals alcohol en medicijnen en omzetten in onschadelijke stoffen. 
2. Overtollige eiwitten afbreken, daarbij ontstaat ureum ==> nieren
3. 'Versleten' rode bloedcellen afbreken. IJzer uit de hemoglobine opslaan en de rest uit het lichaam verwijderen. 

Slide 12 - Tekstslide

2. Het maken van stoffen 
1. De lever maakt gal. (verdeelt het vet uit de voeding in kleine druppeltjes)
2. De lever maakt cholesterol (gebruikt je lichaam om nieuwe cellen te maken)

Slide 13 - Tekstslide

3. Het opslaan van stoffen 
1. De lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen.
2. De lever slaat vitaminen A en D op

Slide 14 - Tekstslide

Welk hormoon gemaakt door de alvleesklier zorgt dat glucose kan worden opgeslagen in de vorm van glycogeen.
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glucagon

Slide 15 - Quizvraag

Waar krijgt de lever bloed vandaan?
1. Leverslagader
Brengt zuurstofrijk bloed naar de lever. 

2. Poortader
De poortader, brengt zuurstofarm bloed, maar rijk aan voedingsstoffen naar de lever.

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke organen afvalstoffen uit je bloed halen.
  2. Je kunt de werking van de lever uitleggen.
  3. Je kunt de werking van de nieren uitleggen. 
  4. Je kunt uitleggen hoe een kunstnier werkt. 

Slide 17 - Tekstslide

Nieren
1. Het lichaam heeft 2 nieren.
2. De nieren liggen aan de achterzijde in de buikholte.
3. 2 urineleiders verbinden de nieren met de urineblaas.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat filteren nieren afvalstoffen uit het bloed?
1. Afbraakproducten van de lever: ureum, restproducten van alcohol of medicijnen
2. Overtollige stoffen, dus stoffen waar je er teveel van hebt in het lichaam; bijvoorbeeld water, zouten en zelfs sommige vitaminen.
3. Overbodige stoffen, stoffen die je lichaam niet nodig heeft, zoals kleurstoffen. 

Slide 20 - Tekstslide

Hoe werken de nieren? 
1. Via de nierslagaders komt er bloed met afvalstoffen de nier binnen.
2. In de nierschors zitten miljoenen filtertjes, deze halen de afvalstoffen uit het bloed
3. Het niermerg bevat buisjes, die de afvalstoffen met water opvangen ==> = urine
4. De urine gaat via het nierbekken en de urineleiders naar de urineblaas

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke organen afvalstoffen uit je bloed halen.
  2. Je kunt de werking van de lever uitleggen.
  3. Je kunt de werking van de nieren uitleggen. 
  4. Je kunt uitleggen hoe een kunstnier werkt. 

Slide 22 - Tekstslide

Bloed laten zuiveren door een kunstnier heet dialyseren.

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Lezen 8.5 blz. 136 t/m 144
Maken 8.5 opdracht 1 t/m 19




Slide 24 - Tekstslide

Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

Hoeveel liter urine ontstaat er per dag in jouw nieren?
A
0.5 liter
B
1 liter
C
1.5 liter
D
2.0 liter

Slide 28 - Quizvraag