In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
ASTMA
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de vakterm voor kortademigheid?
Slide 2 - Open vraag
Welke aandoeningen kunnen kortademigheid veroorzaken?
Slide 3 - Woordweb
Hoeveel ademhalingen zijn er per minuut bij een bradypneu?
A
0
B
<12
C
12-20
D
>20
Slide 4 - Quizvraag
Crepitaties zijn?
A
piepende ademhaling
B
poppende geluiden
C
reutelende geluiden
Slide 5 - Quizvraag
Een thoraxfoto kan informatie geven over ?(meerdere antwoorden mogelijk)
A
grootte van het hart
B
vocht achter de longen
C
zuurstofgehalte
D
longontsteking
Slide 6 - Quizvraag
Juist of onjuist? Astma is een chronische ziekte
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Vanaf welke leeftijd is astma vast te stellen?
A
5-6 jaar
B
12 jaar
C
18 jaar
Slide 8 - Quizvraag
grote, lagere luchtwegen
bronchiolen
exacerbatie
status astmaticus
bronchiën
allerkleinste luchtwegen
astmaverergering
astmaverergering die niet op behandeling reageert
Slide 9 - Sleepvraag
Veroorzaakt roken astma en COPD?
A
Alleen Astma
B
Alleen COPD
C
Beide
D
Geen van Beide
Slide 10 - Quizvraag
Welke disciplines zijn betrokken bij de zorg van astma patiënten?
Slide 11 - Open vraag
Je collega, Patricia heeft je verteld dat ze astma heeft. Het is voorjaar. Jij hebt avonddienst met Patricia en ze vertelt dat ze op de fiets naar haar werk gekomen. Je ziet dat ze dikke ogen heeft en moet hoesten en niezen. Wat voor soort astma heeft Patricia denk je?
A
Inspanningsastma
B
Allergisch of atopisch astma
C
Niet- allergisch of intrinsiek astma
D
Beroepsastma
Slide 12 - Quizvraag
Als je astma hebt, heb je een
A
Normale levensverwachting
B
Verkorte levensverwachting
Slide 13 - Quizvraag
Bij astma:
A
zijn de longen af en toe ontstoken waardoor een astma-aanval op treedt
B
is er sprake van vernauwing van de longen door een allergie
C
zijn de bronchiën altijd ontstoken en reageren daardoor sterker op prikkels, waardoor een astma-aanval kan optreden
D
zijn de bronchiën ontstoken, maar je kunt er wel van genezen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is geen verschil tussen astma en COPD?
A
Astma heb je vanaf je geboorte en COPD krijg je later
B
Astma komt in aanvallen en COPD heb je altijd
C
Astma komt door roken en COPD komt door pollen
D
Astma is redelijk te behandelen, COPD niet
Slide 15 - Quizvraag
Wat zijn symptomen van astma?
A
zweten en piepen
B
kortademigheid en hoofdpijn
C
droge hoest en tranende ogen
D
droge hoest, pijn of druk op de borst
Slide 16 - Quizvraag
Wat verergerd de klachten van astma?
A
snelle wisseling van temperatuur
B
stress
Slide 17 - Quizvraag
Aandachtspunten in je anamnese: - verloop eerdere aanvallen - uitgeprobeerde medicatie +reactie daarop
A
juist
B
onjuist
Slide 18 - Quizvraag
Wat staat er in je DD bij astmaverergering?
Slide 19 - Woordweb
Is een inhalator hetzelfde als een vernevelaar?
A
ja
B
nee
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Video
Slide 22 - Video
Wat denk jij na het zien van beide videofragmenten?
Slide 23 - Tekstslide
Terugblik: Wat is het belangrijkste wat jij over astma hebt geleerd?