Leestekst examen 2f mbo WEGK

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat tekst 1 over, denk je?
(Dertig banen testen om een droomjob te vinden)

Slide 2 - Woordweb

Waarom ging Laura op zoek naar een andere baan?
A
Ze haalde geen voldoening uit haar werk
B
Ze werd niet goed begeleid in haar werk
C
Ze wilde niet meer vroeg opstaan

Slide 3 - Quizvraag

Hoe wist Laura dat zij haar droombaan gevonden had?
A
Zij bedacht dat ze niets anders zou willen
B
Ze kreeg meer energie van haar werk
C
Ze lette minder op de tijd tijdens haar werk

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de aanleiding voor het schrijven van dit artikel?
A
Laura heeft een blog geschreven
B
Laura heeft een boek geschreven.
C
Laura heeft haar droomjob gevonden

Slide 5 - Quizvraag

Waar gaat tekst 2 over, denk je?
(Vroege vogels en nachtvlinders)

Vraag 8 hoeft niet

Slide 6 - Woordweb

Wanneer is de hoeveelheid melatonine het hoogst?
A
's Avonds voordat je in slaap valt
B
Direct nadat je ben gaan slapen
C
Vlak voordat je wakker wordt.

Slide 7 - Quizvraag

Welke invloed heeft licht op het slaappatroon? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk
A
Je slaapt beter als je overdag veel in het licht bent
B
Je slaapt beter als je 's avonds veel in het licht bent
C
Je slaapt slechter als je overdag veel in het licht bent
D
Je slaapt slechter als je 's avonds veel in het licht bent

Slide 8 - Quizvraag

Welke tussenkop past het best boven alinea 4?
A
Biologische klok
B
Licht
C
TV- en computerschermen

Slide 9 - Quizvraag

Waar gaat tekst 3 over, denk je?
(Gezond met yoga)

Vraag 15 hoeft niet

Slide 10 - Woordweb

In alinea 1 wil de schrijver aantonen dat yoga gezond is. Wat is voor de schrijver het bewijs dat yoga gezond is?
A
Hij doet zef aan yoga
B
Hij heeft veel over yoga gelezen
C
Hij heeft onderzoek gedaan naar yoga
D
Yoga bestaat al heel lang

Slide 11 - Quizvraag

Bepaalde hormonen in je lijf beïnvloeden de stofwisseling. Door wat voor soort oefeningen worden deze hormonen aangemaakt?
A
Oefeningen die de interne organen stimuleren
B
Oefeningen die de schildklier stimuleren
C
Oefening waarbij het lichaam achterover buigt

Slide 12 - Quizvraag

Welke kop past het best boven alinea 4?
A
Sterker en gezonder
B
Beter gevoel door gezond eten
C
Het versterken van je spieren

Slide 13 - Quizvraag

Volgens de tekst word je door het beoefenen van yoga beter in andere sporten. Hoe komt dat?
A
Door yoga wordt je concentratie beter
B
Door yoga wordt je lichaam leniger
C
Door yoga wordt je lichaam sterker

Slide 14 - Quizvraag

Welk misverstand bestaat er volgens de tekst over yoga?
A
Yoga ontwikkelt je spieren
B
Yoga is geen sport
C
Yoga is goed voor je ademhaling

Slide 15 - Quizvraag

Hoe wil de schrijver duidelijk maken dat yoga gezond is?
A
Door het geven van diverse voorbeelden
B
Door het noemen van de positieve effecten
C
Door het schrijven over behaalde resultaten

Slide 16 - Quizvraag