TL1 NE Grammatica met uitleg H1-6

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Wat is in deze zin de pv?
Mijn moeder heeft ons gisteren opgehaald van school.

1. heeft
2. heeft opgehaald
3. mijn moeder
4. van school

Wat is in deze zin de pv?
Morgen wil ik graag mijn oma bezoeken.

Wat is het wg in deze zin?
De docenten hebben de hele dag met elkaar vergaderd.

1. hebben
2. hebben vergaderd
3. de docenten
4. met elkaar

Wat is het wg in deze zin?
Ik heb gisteravond mijn kleine broertje voorgelezen.

Wat is het ow in deze zin?
Op woensdagmiddag speel ik altijd met mijn buurmeisje.

1. op woensdagmiddag
2. ik
3. mijn buurmeisje
4. altijd

Wat is het ow in deze zin?
Mijn buurmeisje vindt het leuk om met mij te spelen.

Wat is het lv in deze zin?
Ik heb per ongeluk mijn mobiel in de wc laten vallen.

1. ik
2. heb
3. heb laten vallen
4. mijn mobiel

Wat is het lv in deze zin?
Ik heb een nieuw hoesje voor mijn telefoon gekocht.

Wat is het mv in deze zin?
Ik heb mijn oma een bosje bloemen gebracht.

1. ik
2. heb gebracht
3. mijn oma
4. een bosje bloemen

Wat is het mv in deze zin?
De huisarts schreef haar een vies drankje voor.

Wat is de bwb in deze zin?
Door de dikke mist ontstond er een lange file.

1. door de dikke mist
2. een lange file
3. ontstond
4. ontstond er een lange file

Wat is de bwb in deze zin?
Op de rommelmarkt kun je de leukste dingen kopen.

Zet strepen tussen de zinsdelen en benoem de zinsdelen:

Door het slechte weer werd de wedstrijd op het laatste moment afgelast.

Zet strepen tussen de zinsdelen en benoem de zinsdelen:

Bij Schiphol hoor je steeds vaker het geluid van opstijgende vliegtuigen.

Zet strepen tussen de zinsdelen en benoem de zinsdelen:

Door de Corona crisis kan de docent de leerlingen aan het eind van de les geen hand geven.