Natuurkunde druk en energie

Druk 
  • Wat is druk?
  • Hoe bereken je druk?
  • Omrekenen van druk
    (En oppervlakte)
  • Druk vergroten/verkleinen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Druk 
  • Wat is druk?
  • Hoe bereken je druk?
  • Omrekenen van druk
    (En oppervlakte)
  • Druk vergroten/verkleinen

Slide 1 - Tekstslide

Kennen en kunnen (wat gaan we deze les doen)
  • Wat is druk?
  • Hoe kun je de druk berekenen?
  • Hoe  kun je de druk  vergroten of verkleinen?
  • Hoe kun  je de druk omrekenen?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

1
Vrachtauto - druk

Slide 4 - Tekstslide

Druk

Slide 5 - Tekstslide

Druk (p)
Wanneer je het gewicht (de kracht) deelt door het oppervlak krijg je de druk.
In het engels is druk 'pressure', vandaar de afkorting p.

De druk (p) meet je in newton per vierkante meter (N/m²).


Slide 6 - Tekstslide

Formule van druk 
P=AF

Slide 7 - Tekstslide


De eenheid 
van druk

De druk in Pascal
p (Pa)

Slide 8 - Tekstslide

Druk
Druk=op een oppervlakKracht
P=AF
(m2)(N)

Slide 9 - Tekstslide

Druk?
Bewegende moleculen oefenen een druk uit op een wand. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is druk?
A
Beweging van moleculen in een gas
B
F van alle botsende moleculen op 1cm2
C
F van alle bostsende moleculen op 1cm3
D
F van moleculen tegen de wanden van een gasflez

Slide 11 - Quizvraag

Wat heeft de grootste druk?
A
100 kg rustend op 0,03 m2
B
500 kg rustend op 0,14 m2
C
100 N rustend op 0,03 m2
D
500 N rustend op 0,14 m2

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de eenheid van druk?
A
Newton
B
Kilogram
C
Newton per vierkante meter
D
Watt

Slide 13 - Quizvraag

Hoe bereken je de druk
A
oppervlakte x massa
B
oppervlakte x kracht
C
massa : oppervlakte
D
kracht : oppervlakte

Slide 14 - Quizvraag

Een druk van 230 Pa is even veel als een druk van ..
A
2,30 N / cm2
B
0,0230 N / cm2
C
23000 N / cm2
D
2300.000 N / cm2

Slide 15 - Quizvraag

Bereken de druk. Een voorwerp heeft een massa van 12 kg en staat op een ondersteunend vlak van 0,6 m2

A
2 N/m2
B
20 N/m2
C
200 N/m2
D
2000 N/m2

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de officiële natuurkundige drukeenheid?
A
mBar
B
atm
C
mm Hg
D
Pa

Slide 17 - Quizvraag

Wat is druk?
A
Botsende deeltjes
B
De kracht
C
Kracht van botsende deeltjes op het oppervlak
D
Aantal deeltjes dat botst op het oppervlak

Slide 18 - Quizvraag

Een druk van 10 Pa is even veel als een druk van ..
A
100 N/m2
B
10 N / m2
C
10000 N / m2
D
0,01 N/m2

Slide 19 - Quizvraag

Wanneer wordt de druk groter?
A
Bij een groter oppervlak
B
Bij een kleiner oppervlak
C
De oppervlakte heeft geen invloed

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de eenheid van druk?
A
N
B
m
C
Nm
D
N/m^2

Slide 21 - Quizvraag

wat weet je nu?
Wat is druk ?
Hoe kun je druk verhogen / verlagen?
Met welke formule kun je de druk uitrekenen?

Slide 22 - Tekstslide