In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 35 min
Onderdelen in deze les
neurologie, waar denk je aan?
Slide 1 - Woordweb
Mevrouw van Giels belt over haar man. Bij het houthakken raakte plotseling zijn linker lichaamshelft even verlamd. Nu ligt hij binnen op de bank. Wat is je urgentie en je beleid?
Slide 2 - Open vraag
Margriet van Eck belt naar de praktijk. Kwam vanochtend bij haar moeder op bezoek. Ze vindt haar moeder erg verward. Voor zover zij het snapt heeft haar moeder ook hoofdpijn. Welke stappen zet jij?
Slide 3 - Open vraag
Bij welke chronische aandoening wordt soms een EMG uitgevoerd?
Slide 4 - Open vraag
Mevrouw belt dat haar man vreemd doet sinds hij zijn hoofd heeft gestoten tijdens het verhuizen. Welke vraag kan een verschil maken qua urgentie?
Slide 5 - Open vraag
Wat betekenen de letters FAST?
Slide 6 - Open vraag
Man belt dat zijn vrouw ineens zo raar praat. Hij vertrouwt het niet. Welke ingangsklacht pak je?
Slide 7 - Open vraag
Hoe luidt het wekadvies dat je in opdracht van de HA mag geven?
Slide 8 - Open vraag
Wat is het belangrijkste verschil tussen een TIA en een CVA?
Slide 9 - Open vraag
Rond welke leeftijd is de kans op een koortsstuip het grootst?