Thema 6 hfd 2 Spelling en grammatica

1 / 43

Slide 1: Tekstslide

SpellingVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 43 slides, met tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 hfd 2 Spelling en grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

Ik kan vertellen wat het verschil is tussen sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden.

Slide 2 - Tekstslide

blz 196

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Extra uitleg

Wanneer komt er -te(n)?

Wanneer komt er -de(n)?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

blz 197

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

lesdoel

Ik kan sterke werkwoorden in de verleden tijd zetten of in de tegenwoordige tijd.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen

Slide 14 - Tekstslide

Ik zwem

Slide 15 - Tekstslide

Ik loop

Slide 16 - Tekstslide

Ik bevries

Slide 17 - Tekstslide

Ik denk

Slide 18 - Tekstslide

Ik breek

Slide 19 - Tekstslide

Ik buig

Slide 20 - Tekstslide

Ik fluit

Slide 21 - Tekstslide

Ik krijg

Slide 22 - Tekstslide

Ik klim

Slide 23 - Tekstslide

wij kijken

Slide 24 - Tekstslide

Ik vlieg

Slide 25 - Tekstslide

Ik weeg

Slide 26 - Tekstslide

Ik wijs

Slide 27 - Tekstslide

Ik zit

Slide 28 - Tekstslide

Ik rijd

Slide 29 - Tekstslide

Ik ruik

Slide 30 - Tekstslide

Ik scheld

Slide 31 - Tekstslide

Ik schiet

Slide 32 - Tekstslide

Ik sla

Slide 33 - Tekstslide

Ik slaap

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

blz 199

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

blz 200

vervolg opdracht 5

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoel

Ik kan vertellen wat het verschil is tussen sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden.

Slide 43 - Tekstslide

Thema 6 hfd 2 Spelling en grammatica

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Spelling persoonsvorm in de vt

NN6 - H4 - Taalverzorging spelling TT VT VD

H4ttvt

H4vtttvd-1

Werkwoordspelling_basis

4.8 Spelling les 1 1KGT

Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F

NN6 - H4 - Taalverzorging spelling TT VT VD - Les 2